5.2
Warmwaterinstallatie aansluiten
1.
Spoel de installatie goed schoon.
2.
Monteer indien voorgeschreven een inlaatcombinatie.
3.
Monteer de koud- (D) en warmwaterleiding (C) aan de montagebeugel.
Opmerkingen
•
Als het toestel alleen voor de warmwatervoorziening wordt gebruikt kan de
verwarmingsfunctie met de servicecode op het bedieningspaneel uitgeschakeld
worden. De CV-installatie behoeft dan niet aangesloten of gevuld te worden.
•
Als het toestel tijdens de winter buiten bedrijf wordt gesteld en van het lichtnet
afgesloten wordt, moet het sanitairwater afgetapt worden om bevriezing te
voorkomen. Neem hiervoor de tapwateraansluitingen gelijk onder het toestel los.
In het geval van een oude installatie of WW circuits die kleine partikelen kunnen
bevatten is het aan te raden een filter op het warm water circuit te installeren.
De vervuiling kan een fout genereren tijdens de warm water werking.
Weerstandgrafiek tapcircuit toestel
A. RKOMBG22AAV1
B. RKOMBG28AAV1
C. RKOMBG33AAV1
X. Waterleidingdruk (Bar)
Y. Debiet (L/min, tolerantie ± 10 %)
18