Starten Van Het Systeem; Installatiesysteem; Opsporen Van Storingen Es 0,75 T-Es 1 T-Es 1,5 T-Es 3 T-Es 4 T-Es 7,5 T-Es 10 T - DAB ES 1 M Instrucciones Para La Instalación Y El Mantenimiento

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 68
9.5

Starten van het systeem

1.
Sluit de elektropomp aan op de klemmen U-V-W
2.
Verzeker u ervan dat de externe bediening B in de stand OFF (bediening uitgesloten) staat.
LET OP: wanneer u de afstandsbediening, die moet worden aangesloten op de klemmen B niet gebruikt, wordt de elektropomp
gestart met de hoofdschakelaar.
3.
Nadat u de functies van de ref. SP1-SP2-D1 heeft ingesteld, sluit u de deur.
4.
Zet het paneel onder stroom door de hoofdschakelaar van het verdeelpaneel te sluiten.
5.
Zet de schakelaar SA1 in de stand MAN. De elektropomp krijgt voeding zolang de bediening ingedrukt wordt gehouden.
6.
Zet de schakelaar SA1 in de stand AUT. Activeer de functie van de afstandsbediening B en controleer of het indicatielampje
HL3 gaat branden ten teken dat de elektropomp voeding krijgt.
Voorkom het starten van het systeem, met de scheidingsschakelaar (QS1) met de
schakelaar QM1 in de stand I.
9.6
Alarmsysteem
De activering van het alarm wordt gesignaleerd door het rode lampje HL2 en tegelijkertijd mogelijk ook door een alarm
op afstand dat kan worden aangesloten op de klemmen Q.
Voer na de installatie een test van het systeem uit.
Tegen droog functioneren: bij activering van het alarm, blijft dit ook actief nadat het niveau hersteld is, om het alarm te
resetten dient u het paneel stroomloos te maken.
Controle aantal starts: het alarmsysteem zal 5 keer ingrijpen, waarna het alarm in het geheugen blijft opgeslagen. Op dit
punt is het om de functionering te hervatten noodzakelijk de voeding van het paneel af te koppelen.
9.7

Opsporen van storingen ES 0,75 T-ES 1 T-ES 1,5 T-ES 3 T-ES 4 T-ES 7,5 T-ES 10 T

ES 12,5 T-ES 15 T-ES 20 T-ES 25 T-ES 30 T-ES 40 T-ES 7,5 T SD-ES 10T SD-ES 12,5 T SD
ES 15 T SD-ES 20 T SD-ES 25 T SD-ES 30 T SD-ES 40 T SD
STORINGEN
1.
De motor krijgt
A. De beveiliging van de besturingseenheid of de
geen stroom.
B.
C.
D. De contactgever KM1 trilt.
E.
A. Pompwaaier geblokkeerd.
2.
De
beveiliging
QM1 treedt in
B.
werking.
C.
3.
Geen
afgifte
A. Het circuit van de elektrische sonde werkt niet
door de pomp,
de motor start
niet, het lampje
HL2 brandt, het
lampje HL3 is
uit.
B.
C.
D. De microswich SP1 bevindt zich niet in de
E.
CONTROLES (MOGELIJKE OORZAKEN)
automatische differentiaalschakelaar van het
verdeelschakelpaneel
getreden.
Er staat geen spanning op de klemmen L1-L2-
L3.
De beveiliging van de interne transformator is
in werking getreden.
Controleer de aansluiting van de ingang B van
het paneel en de eventuele drukschakelaar,
peilschakelaar of andere inrichtingen.
Te hoge opname door de motor bij volledige
belasting.
De magnetothermische beveiliging is defect.
goed; de weerstand tussen de draad van de
elektrische sonde en de aardklem moet < 80
kohm bedragen.
De elektrische sonde bevindt zich niet onder
water.
Het
circuit
voor
afstandsbediening naar de klemmen B is open.
correcte stand.
Module M2S defect.
NEDERLANDS
A. Controleer de isolatie van de kabels van de
zijn
in
werking
B.
C.
D.
E.
A. Voer onderhoud uit om de waaier vrij te maken.
B.
C.
A. Vervang de aansluitingen van de elektrische
B.
ingang
van
de
C.
D. Zet de microswich SP1 in de juiste stand, al
E.
61
WAT TE DOEN
elektropomp. Reset de magnetothermische
schakelaar OM1 of de differentiaalbeveiliging
van het verdeelschakelpaneel.
Controleer de aansluitkabels van het paneel en
of
eventuele
schakelaars
scheidingsschakelaars in de installatie in
werking zijn getreden.
De hoofdschakelaar gedurende drie minuten
openen en vervolgens weer sluiten. Als de
elektropomp nu start is er geen sprake van een
defect. Als de elektropomp geen stroom krijgt,
of slechts tijdelijk stroom krijgt, dient u
eventuele kortsluitingen in het secundaire
circuit van de transformator op te sporen.
Te lage voedingsspanning.
Verhelp
het
defect
van
aansluitingen.
Tijdens het bedrijf is de lijnspanning buiten de
limieten +/- 10% ten opzichte van de nominale
spanning;
of
voer
onderhoud
elektropomp uit (controleer de toestand van de
lagers).
Vervang het onderdeel of de besturingseenheid.
sonde of de elektrische sonde zelf. Installeer de
gemeenschappelijke
elektrische
verbonden met klem 18 ref. I indien het water
niet rechtstreeks in aanraking is met het
aardingssysteem.
Plaats de elektrische sonde onder water.
Sluit de contacten voor ingang van de
afstandsbediening naar de klemmen B en
controleer de werking van de drukschakelaar,
peilschakelaar of andere inrichtingen.
naargelang het aantal elektrische sondes dat
gebruikt moet worden.
Vervang de Module M2S.
of
de
elektrische
van
de
sonde

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

Es 3 mEs 0,75 tEs 1 tEs 1,5 tEs 3 tEs 4 t ... Mostrar todo

Tabla de contenido