Nederlands
• Verbind een afvoerbuis met de aansluiting (H - F. 7) en
bevestig hem met een slangklem.
• Verbind de machine (uitsluitend met buis en fittingen
van materiaal "voor voedingsmiddelen") met de drin-
kwaterleiding, via de aansluiting (I - F. 7).
• Voer de afvoer- en toevoerleidingen door het gat A.
F
G
F. 7
In het geval dat de machine op een andere plek gepla-
atst dient te worden, dient men de oude aansluitingen
te vervangen door nieuwe (slang voor aansluiting op de
waterleiding).
De slang van de waterleiding dient gecertificeerd te zijn
volgens de NEN-EN-IEC 61770 standaard.
10.4
Elektrische aansluiting
OPMERKING - Voor installaties met tweefasestroom van
400 V, de fasen zo gebruiken dat de
machine wordt gevoed met 230 V in
eenfasestroom (F. 8). Voor de eenfasige
aansluiting van 230 V, de speciale instal-
latiekit aanvragen (code %1034.R09).
• Voer de elektrische voedingskabel (G - F. 7) door het
gat (A).
Nulleider (N) – Blauw
Fase (L
) – Bruin
1
Fase (L
) – Zwart
2
Aarde – Geel/groen
oedingskabel type H07RNF door-
F. 8
snede 4x2,5 mm
88
H
I
2
Aansluiting van de stekker op de tweefasestroomleiding
400 V2N~
CH
(Zwitserland)
L
1
L
F. 9
2
Afhankelijk van de geldende normen in het land van
gebruik van de machine, moet de kabel voor aan-
sluiting op de stroomleiding worden uitgerust met een
alpolige schakelaar (met minimale opening van de
contacten van 3 mm), of met een stekker die conform
is aan de normen.
• De alpolige schakelaar moet geschikt zijn voor
het stroomverbruik van de machine en moet alle
spanningspolariteiten kunnen opvangen.
• Controleer of de elektrische kabels van de instal-
latie de juiste afmetingen hebben voor het stroom-
verbruik van de machine.
Het aansluitpunt (stopcontact of alpolige schakelaar)
moet op een voor de gebruiker gemakkelijk bereik-
bare plaats liggen, om de machine indien nodig van
de elektriciteitsleiding te kunnen afkoppelen.
• Sluit de kabel (G - F. 7) aan op de elektrische voe-
dingsleiding.
10.5
Aansluiting seriële poort
Via de seriële poort kan de machine op de apparatuur van
de ERKENDE SERVICECENTRA worden aangesloten voor
controles en programmering (A - F. 10).
A
F. 10
CEI
N
L
2
L
1