ALGEMENE AANBEVELINGEN EN VOORZORGSMAATREGELEN IN VERBAND MET DE VEILIGHEID
STAP 1
VEILIG WERKEN!
Let op – voor de veiligheid van de personen is het
belangrijk deze instructies op te volgen
Let op - Belangrijke aanwijzingen voor de veiligheid.
Bewaar deze aanwijzingen.
Het ontwerpen, het produceren van de inrichtingen waaruit dit pro-
duct bestaat, evenals deze handleiding beantwoorden volledig aan
de thans geldende regelgeving op het gebied van veiligheid. Deson-
danks kunnen een foutief uitgevoerde installatie en programmering
ernstig letsel toebrengen aan de personen die de werkzaamheden
uitvoeren of aan hen die de installatie zullen gebruiken. Daarom is
het van belang dat u tijdens de installatie alle aanwijzingen uit deze
handleiding opvolgt.
Begin niet met de installatie indien u ook maar de minste twijfel heeft.
Vraag eventueel uitleg aan de klantenservice van Moovo.
Indien u voor het eerst een automatisering voor schuifpoorten gaat uitvoe-
ren, verdient het aanbeveling enige tijd aan het lezen van deze handleiding
te besteden. Het is raadzaam dit te doen voordat u met de automatisering
begint, dus zonder dat u onder tijdsdruk moet werken.
Houd bovendien alle inrichtingen van het product bij de hand, zodat u alle
informatie van deze handleiding kunt lezen, uitproberen en verifiëren (met
uitzondering van de programmeerfase).
Bij het lezen van deze handleiding dient u speciaal te letten op die
delen welke gemarkeerd zijn met het symbool :
Deze symbolen duiden onderwerpen aan die een mogelijke bron
voor gevaar kan zijn en daarom dienen de uit te voeren handelingen
uitsluitend door daartoe bevoegde en ervaren technici met inachtne-
ming van deze aanwijzingen en de in dit land bestaande normen en
wetten worden uitgevoerd:
AANBEVELINGEN VOOR HET INSTALLEREN
Volgens de meest recente Europese wetgeving dienen bij het aan-
leggen van een automatische deur of poort de voorschriften zoals
die zijn voorzien in de Richtlijn 98/37/EG (Machinerichtlijn) opge-
volgd te worden en met name de normen EN 12445; EN 12453; EN
12635 en EN 13241-1, die een verklaring van vermoedelijke confor-
miteit van de automatisering mogelijk maken.
Met het oog hierop
moeten de definitieve aansluiting van de automatisering op het elek-
triciteitsnet, de eindtest van de installatie, de inbedrijfstelling daar-
van alsook het periodieke onderhoud door daartoe bevoegd en
ervaren personeel worden uitgevoerd, waarbij de aanwijzingen ver-
vat in het kader "Werkzaamheden die aan een bevoegde technicus
zijn voorbehouden" in acht dienen te worden genomen. Deze techni-
cus moet bovendien bepalen welke tests in functie van de bestaan-
de risico's noodzakelijk zijn en moet hij controleren of de wettelijke
voorschriften, regelgeving en regels, en met name alle vereisten van
norm EN 12445, die de testmethodes voor de controle van automati-
seringen voor poorten bepaalt, in acht zijn genomen.
Daarentegen kunnen werkzaamheden in verband met de voorberei-
ding, installatie en programmering ook worden verricht door perso-
neel dat niet speciaal geschoold is, mits alle in deze handleiding ver-
vatte aanwijzingen nauwgezet en in de juiste volgorde in acht wor-
den genomen, en dan met name de aanbevelingen van deze STAP 1.
Voordat u met het installeren begint, dient u de volgende ana-
lyses en controles te verrichten:
– controleer of de afzonderlijke voor de automatisering bestemde inrich-
tingen voor de aan te leggen installatie geschikt zijn. Controleer hiertoe
met de grootst mogelijke aandacht de gegevens in de paragraaf "Techni-
sche gegevens". Begin niet met de installatie als er ook maar een enkele
inrichting niet voor het gebruik geschikt is.
4 – Nederlands
– ga na of de in de kit aanwezige inrichtingen voldoende zijn om te garan-
deren dat de installatie veilig is en goed werkt.
– maak een analyse van de risico's waarvan de lijst met essentiële veilig-
heidseisen zoals die voorzien zijn in Bijlage I van de Machinerichtlijn, deel
uitmaakt, en geef de toegepaste oplossingen daarvoor aan. Wij maken u
erop attent dat de risicoanalyse één van de documenten is die deel uit
maken van het "technisch dossier" van de automatisering. Deze dient
door een erkende installateur te worden ingevuld.
Met het oog op de gevaarlijke situaties die zich bij het installeren en
gebruiken van het product zouden kunnen voordoen, dient de auto-
matisering met inachtneming van onderstaande aanbevelingen te
worden geïnstalleerd:
– breng op geen enkel onderdeel van de automatisering wijzigingen aan,
tenzij die in deze handleiding zijn voorzien. Dergelijke handelingen kunnen
alleen maar storingen veroorzaken. De fabrikant wijst elke aansprakelijk-
heid voor schade tengevolge van willekeurig gewijzigde producten van de
hand.
– zorg ervoor dat geen enkel deel van de automatisering in water of een
andere vloeistof terecht kan komen. Zorg er tijdens de installatie ook voor
dat er geen vloeistoffen in de reductiemotoren of andere inrichtingen kun-
nen komen.
– sluit onmiddellijk de elektrische stroom af indien er een vloeistof in delen
van de componenten van de automatisering is gekomen, en wend u tot
de klantenservice van Moovo. Indien de automatisering onder die
omstandigheden toch wordt gebruikt, kan dit een gevaarlijke situatie ver-
oorzaken.
– houd de verschillende componenten van de automatisering uit de buurt
van relevante warmtebronnen en open vuur. Anders zouden ze schade
kunnen oplopen of zouden er storingen, brand of gevaarlijke situaties kun-
nen ontstaan.
– bij elke handeling waarvoor het nodig is het beschermende omhulsel
van een bepaalde component van de automatisering te openen, dient de
besturingseenheid van het elektriciteitsnet losgekoppeld te zijn. Indien de
ontkoppelingsinrichting niet goed te zien is, dient u een bord aan te bren-
gen met het opschrift: "LET OP ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN IN
UITVOERING".
– het product kan niet als een doelmatig beveiligingssysteem tegen indrin-
gers beschouwd worden. Indien u zich doelmatig wilt beveiligen, dient u
de automatisering met andere inrichtingen aan te vullen.
– de besturingseenheid moet op een geaarde elektriciteitsleiding voor
stroomvoorziening worden aangesloten.
– het product mag pas worden gebruikt, nadat de automatisering "in
bedrijf is gesteld" zoals dat is voorzien in de paragraaf "Eindtest en inbe-
drijfstelling van de automatisering" in het kader "Werkzaamheden die
aan een bevoegde technicus zijn voorbehouden".
– De afvalverwerking van al het verpakkingsmateriaal van de onderdelen
van de automatisering moet helemaal volgens de plaatselijk geldende
regels plaatsvinden.