AANBEVELINGEN bij het programmeren:
Het verdient aanbeveling eerst de procedures te lezen en daarna de
handelingen te verrichten, waarbij de passages van elke procedure ach-
ter elkaar dienen te worden uitgevoerd.
• In deze handleiding worden de 'toetsen van de zenders met nummers
aangegeven. Raadpleeg dan ook afb. 42 voor het verband tussen deze
nummers en de toetsen van de zender.
42
T1
T3
STAP 9
9.1 – HET OPSLAAN IN HET GEHEUGEN VAN DE
INRICHTINGEN DIE MET EEN "BUS" – KABEL ZIJN
AANGESLOTEN EN VAN DE "SLUIT- EN OPENING"
EINDPUNTEN VAN DE VLEUGEL
DNadat u hebt gecontroleerd of de besturingseenheid perfect functio-
neert, dient u haar nu te programmeren waarbij u onderstaande handelin-
gen in de aangegeven volgorde dient te verrichten:
N.B. – Tijdens het uitvoeren van de procedure kunt u op elk gewenst
moment deze verlaten (zonder de verrichte handelingen in het geheugen op
te slaan) door 1 maal op de toets "P1" op de besturingseenheid (afb. 41) te
drukken. Vanaf punt 07 kunt u de procedure ook verlaten als gevolg van
inwerkingtreding van een veiligheidsinrichting (fotocellen of dergelijke...)
01. (op de poort)
Ontgrendel de reductiemotor met de daarvoor bedoelde sleutel (zie
het hoofdstuk "Handmatig vergrendelen of ontgrendelen van de
reductiemotor" in de sectie "TECHNISCHE DOCUMENTATIE"") en
zet handmatig de poortvleugel op de middellijn. Blokkeer de reduc-
tiemotor opnieuw
02. (op de besturingseenheid)
Houd toets "P1" tenminste 5 seconden ingedrukt. De rod en groene
led aangaat. Laat daarna de toets los, totdat de groene led uitgaat
(de rode led blijft aan tot het einde van de procedure) en verricht de
volgende handelingen:
03. (op de fotocellen voor de veiligheid)
N.B. – De tijd die voor deze controle ter beschikking staat, is onbe-
perkt.
Controleer of dit soort fotocellen goed werken door te kijken of de
daarbij behorende led langzaam knippert. Als die onafgebroken
brandt of uit is, dient u de uitlijning van de fotocellen te corrigeren
waarbij u er voor probeert te zorgen dat de led zo langzaam mogelijk
knippert (hoe langzamer de led knippert, hoe beter de uitlijning tussen
de fotocellen).
• licht knippert met een langzaam ritme = correcte uitlijning van de
fotocellen;
• licht brandt onafgebroken = uitlijning niet correct (bekijk de uitlijning
van de fotocellen opnieuw);
• licht uit = foutieve installatie van de fotocellen (controleer de "Bus"-
aansluiting van de fotocellen).
04. (op de fotocellen voor aansturing)
Activeer dit type fotocellen (als die deel uitmaken van de installatie),
door slechts één keer de straal daartussen te onderbreken. Bevesti-
ging van herkenning hiervan wordt door het knipperlicht (1knippering)
en het toetsenpaneel (1 beep) gegeven, als die deel uitmaken van de
installatie.
05. (op de toetsenpanelen)
Activeer de toetsenpanelen (als die deel uitmaken van de installatie)
PROGRAMMEREN VAN DE AUTOMATISERING
T2
T4
door op elk daarvan slechts één maal op een enkele door u te kiezen
toets te drukken.
Bevestiging van herkenning hiervan wordt door 2 opeenvolgende
geluidssignalen (beep) van het toetsenpaneel en een knippering van
het knipperlicht gegeven, als dat deel uitmaakt van de installatie.
06. (op de besturingseenheid)
Houd toets "P1" tenminste 5 seconden ingedrukt. De groene led
aangaat. Laat daarna de toets los waaneer de led uitgaat.
07. (op de poort)
De poortvleugel beweegt zich nu autonoom tot hij de eindpunt Ope-
ning bereikt.
N.b. – Indien het nodig mocht zijn om de eindpunt preciezer af te stel-
len kunt u dat doen door aan de stelschroef te draaien die zich in de
reductiemotor bevindt, en handel als volgt (afb.43) :
Zoek de schroef met de pijl die overeenkomt met de richting waarin
de vleugel zich beweegt en stel hem af totdat de vleugel de gewenste
eindpunt bereikt heeft.
43
08. (op de besturingseenheid)
Houd toets "P1" tenminste 5 seconden ingedrukt. De groene led
aangaat. Laat daarna de toets los, totdat de led uitgaat.
09. (op de poort)
De poortvleugel beweegt zich nu autonoom tot hij de einpunt Sluiting
bereikt.
N.b. – Indien het nodig mocht zijn om de eindpunt preciezer af te stel-
len kunt u dat doen door aan de stelschroef te draaien die zich in de
reductiemotor bevindt, en handel als volgt (afb.44) :
Zoek de schroef met de pijl die overeenkomt met de richting waarin
de vleugel zich beweegt en stel hem af totdat de vleugel de gewenste
eindpunt bereikt heeft.
44
10. (op de besturingseenheid)
Houd toets "P1" tenminste 5 seconden ingedrukt. De groene led
aangaat. Laat daarna de toets los, totdat de led uitgaat.
De besturingseenheid start nu op autonome wijze 2 manoeuvres, die
mede aangegeven worden door een knipperlicht:
1 – Opening van de vleugel.
2 – Suiting van de vleugel.
Nadat de laatste manoeuvre is uitgevoerd gaat de rode Led uit (= pro-
cedure bëeindigd) en begint vervolgens weer met regelmaat te knip-
peren.
Nederlands – 19