WERKING
De kachel is ontworpen om warme lucht te produceren. Als
brandstof worden houtpellets gebruikt, waarvan de verbranding
elektronisch wordt aangestuurd.
In deze paragraaf wordt de werking ervan geïllustreerd (de let-
ters verwijzen naar afbeelding 1).
De brandstof (pellet) wordt uit de tank (A) opgenomen en met
een toevoerschroef (B), aangedreven door een reductiemotor
(C), en wordt naar de verbrandingshaard (D) gebracht.
De pellets worden ontstoken door lucht die met een elektrische
weerstand (E) verwarmd wordt en door een rookverwijderaar
(F) in de vuurhaard gezogen wordt.
De rook die door de verbranding geproduceerd wordt, wordt
door de ventilator (F) uit de haard gezogen en wordt uitgesto-
ten door de opening (G), met aansluitingsmogelijkheden aan de
achterkant, en op de bovenkant van de kachel (zie pag. 88).
De haard, die bedekt is met vermiculiet, wordt vooraan afgeslo-
ten door een deur in keramisch glas (gebruik de desbetreffende
"koude hand" om de deur te openen).
De hoeveelheid brandstof, de verwijdering van rook en de toe-
voer van verbrandingslucht worden aangestuurd door een elek-
tronische kaart voorzien van een software, om een verbranding
met een hoog rendement en een geringe uitstoot te verkrijgen.
De kachel is voorzien van een seriële aansluiting voor de
aansluiting van een optionele kabel (code 640560) voor remote
inschakelapparatuur (chronothermostaat, enz.).
De externe keramieke bekleding van de ketel is beschikbaar in
drie kleuren: bordeauxrood, lederkleuring, perkamentkleu-
rig.
I
D
F
fi g. 1
A
B
E
C
G
- 83
VEILIGHEIDSINFORMATIE
De kachel is ontworpen voor het verwarmen van de installatie-
ruimte door middel van de automatische verbranding van pellets
in de vuurhaard aan de hand van uitstraling en de beweging van
de lucht die aan de voorkant naar buiten stroomt (I).
• Het apparaat is niet bestemd om te worden gebruikt door perso-
nen, kinderen inbegrepen, met beperkte lichamelijke, zintuiglijke
of mentale capaciteiten. Kinderen moeten onder toezicht worden
gehouden om ervoor te zorgen dat ze niet met het apparaat spelen.
• De enige risico's voortkomend uit het gebruik van de kachel
kunnen verbonden zijn aan een niet correcte installatie, aan
een rechtstreeks contact met elektrische onderdelen die onder
spanning (intern) staan, aan een contact met vuur en warme on-
derdelen (glas, buizen, uitlaat warme lucht), aan het inbrengen
van vreemde stoffen, aan brandstoffen die niet aan te raden zijn,
aan een niet correct onderhoud of herhaalde bediening van de
ontstekingstoets zonder het haardonderstel te hebben geledigd.
Als brandmiddel enkel houtpellets gebruiken met diameter 6
mm van uitstekende kwaliteit en gecertifi ceerd
• De kachels zijn voorzien van beschermingsinstallaties die de uitdo-
ving van de kachel garanderen in het geval dat bepaalde componen-
ten slecht functioneren. Laat dit gebeuren zonder dat u ingrijpt.
• Voor een normale functionering moet de kachel geïnstalleerd
worden in overeenstemming met de aanwijzingen van dit
blad. Voorkom de opening van de deur tijdens de functionering:
de verbranding wordt automatisch aangestuurd. Ingrepen zijn
dus niet noodzakelijk.
• Voorkom het invoeren van vreemde voorwerpen in de
vuurhaard of in de tank.
• Voorkom het gebruik van ontvlambare producten voor de
reiniging van het rookkanaal (het deel dat de opening voor
rookafvoer van de kachel met de schoorsteen verbindt).
• Deze onderdelen van de vuurhaard en de tank kunnen uitslui-
tend bij KOUDE kachel worden uitgezogen.
• Het glas kan KOUD gereinigd worden met een speciaal
product (bijv. GlassKamin Edilkamin) en een doek.
• Controleer of de kachel door de erkende Edilkamin dealer
volgens de aanwijzingen van dit blad geplaatst en ontstoken
wordt. Deze voorwaarden zijn tevens zeer belangrijk voor de
geldigheid van de garantie.
• Tijdens de functionering van de kachel bereiken de afvoerlei-
dingen en de deur zeer hoge temperaturen (nooit zonder
de speciale handschoen aanraken).
• Voorkom het plaatsen van niet hittebestendige voorwerpen
in de nabijheid van de kachel.
• Maak NOOIT gebruik van vloeibare brandstoffen om de
kachel aan te steken of het houtskool aan te wakkeren.
• Sluit de luchtopeningen van de installatieruimte en de
luchtinvoeren van de kachel nooit af.
• Maak de kachel nooit nat en voorkom de aanraking van de
elektrische onderdelen met natte handen.
• Voorkom het aanbrengen van verkleinstukken in de rookafvo-
erleidingen.
• De kachel moet geïnstalleerd worden in een brandwerende
ruimte voorzien van alle services (toevoer en afvoer) die het
apparaat voor een correcte en veilige functionering (zie de
indicaties van dit technische blad) nodig heeft.
• Maak de rookgasventilator schoon indien nodig door de vuur-
haard in vermiculiet eruit te halen en de desbetreffende staven
te verwijderen.
• PROBEER DE KACHEL NOOIT OPNIEUW AAN TE
STEKEN ALS DIT EERDER NIET GELUKT IS. LEEG
EERST DE VUURHAARD
-