Deel IV – Foutcondities en probleemoplossing
Als de microprocessor een foutconditie detecteert, wordt de normale werking van de regeleenheid onderbroken,
worden alle ventielen gedeactiveerd om de manchet(ten) te ontluchten, verschijnt er een foutcode en klinkt er een
akoestische foutindicator. Als er een fout voor verkeerde manchetconfiguratie wordt geactiveerd, kan de gebruiker
het probleem verhelpen door de corresponderende knop(pen) A en B in te drukken. Sommige fouten blijven actief
totdat de regeleenheid wordt uitgezet of de accu is leeggelopen (bij werking op accuvoeding). Andere fouten kunnen
worden gereset nadat de gebruiker de oorzaak van de fout vaststelt en het probleem oplost.
Fouttypen:
Service vereist
Handmatige reset vereist
Door gebruiker te resetten
Informatie over de melding Patiënt niet gedetecteerd vindt
u in deel II - Patiëntdetectie en conformiteitsmeter.
Kendall SCD™ 700 serie
Beschrijving
Foutcode verschijnt wegens een defecte
interne component. Dit kan niet door de
gebruiker worden opgelost.
Fout die door de gebruiker kan worden
opgespoord en verholpen, maar
waarvoor het apparaat moet worden uit-
en ingeschakeld. Als de fout aanhoudt,
vereist de regeleenheid service.
Dit type fout stelt de gebruiker in staat
het probleem te verhelpen en de werking
te hervatten door de knop(pen) A en B
(afhankelijk van de betrokken poort)
in te drukken zonder de eenheid uit te
schakelen. Voor dit type fout verschijnt
een vinkje ter indicatie van de betrokken
poort. Een gele driehoek wijst op een
minder ernstige fout. Als de driehoek
rood is, signaleert de fout een druk die
op een abnormale wijze hoog is. Als de
fout aanhoudt, vereist de regeleenheid
service.
Voorbeeld
E5
E1
A
E2
A
B
B
NL-14