BELANGRIJKSTE VEILIGHEIDSVOORzIENINGEN
Weergave op
afstandsbediening
De voedingsbron van de buitenunit is niet
ingeschakeld.
De kabel van de afstandsbediening is niet
Geen
goed aangesloten.
De aansluitingsdraden van het netsnoer
zijn niet goed of zitten los.
De voedingsbron van de buitenunit is niet
ingeschakeld.
De bedieningskabel tussen de binnenunit
en de buitenunit is niet aangesloten.
Aantal aangesloten
units is niet correct.
De verbinding van de besturingskabels
tussen de binnenunits is niet juist
(wanneer één afstandsbediening wordt
gebruikt voor het besturen van meerdere
units).
Instructies voor herstel indien de zekering van het transmissiecircuit is doorgebrand:
1
Zorg dat de bedrading naar de aansluitklemplaat in orde is.
2
Plaats de eerste pen van de DSW7 op de binnenunit PCB in de stand ON.
12 BELANGRIJKSTE VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN
Beveiliging van de compressor
Hogedrukschakelaar:
Met deze schakelaar wordt de werking van de compressor uitgeschakeld wanneer de uitlaatdruk hoger wordt dan is ingesteld.
Beveiliging van de ventilatormotor
Wanneer de temperatuur van de thermistor de instelling bereikt, neemt de uitvoer van de motor af.
Andersom geldt dat wanneer de temperatuur lager wordt, de beperking wordt opgeheven.
Model
Voor compressor
Drukschakelaars
High
Uitschakelen
Inschakelen
Laag
Uitschakelen
Voor bediening
Inschakelen
Zekering
1~ 230V 50Hz
3N~ 400V 50Hz
CCP-timer
Insteltijd
Voor motor condensorventilator
Interne thermostaat
Voor besturingscircuit
Zekering op PCB
175
PMML0393B rev.1 - 02/2016
Mogelijke fouten
RAS-3(X)
HVNP1E
-
Automatische reset, niet instelbaar (elk van deze items is van toepassing op elke compressor)
MPa
MPa
MPa
MPa
-
A
40
A
--
-
min.
-
Automatische reset, niet instelbaar (elk van deze items is van toepassing op elke motor)
A
Controlepunten nadat de voeding UIT is
1
Aansluitingspunten van de aansluitklemplaat van de afstandsbediening en
van de binnenunit.
2
Contact van de klemmen van de kabel voor de afstandsbediening.
3
Aansluitingsvolgorde van elke aansluitklemplaat.
4
Schroefbevestiging van elke aansluitklemplaat.
5
Instelling van DIP-switch op printplaat.
6
Aansluiting op de PCB.
7
Dit is gelijk aan items 1, 2 en 3.
RAS-(4-6)(X)HVNP1E
RAS-(4-6)(X)HNP1E
RAS-4HVRNS3E
RAS4HRNS3E
4,15
3,20
0,30
0,20
50
(RAS-4HVNCE = 40)
--
Niet-instelbaar
3
5
RAS-(8-10)(X)HNPE
RAS-(8-10)HNCE
--
--
2 X 20
2 X 40