Meting Van Dioden (Diodemeter) - Facom 714 Guía De Instrucciones

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 45
KENMERKEN VAN DE METING MET DE LAMBDASONDE
Functie
Digitaal weergavebereik
Werkingsgebied (opmerking 2)
Intrinsieke fout (opmerking 1)
Digitale resolutie
Aantal segmenten van de bargraph
Werkingsgebied van de bargraph
Precisie van de bargraph
Resolutie van de bargraph
Werkingsfrequentie van de bargraph
Opmerking 1: de opgegeven precisie houdt geen rekening met de precisie van de lambdasonde.
Opmerking 2: voor een gemiddelde waarde van meer dan 3,5 V verschijnt "+OL" op het display.
Voor een negatieve gemiddelde spanning verschijnt
1
3
0,2 V
0,00 V
Meting van de dioden
Meting van de dioden
Meting van de dioden «
Meting van de dioden
Meting van de dioden
• Sluit de meetsnoeren aan op de aansluitklemmen van het toestel.
• Zet de draaischakelaar op positie "Ω".
• Druk tweemaal kort op de gele toets om de functie
• Sluit het toestel aan op het te meten aansluitingspunt.
Hoewel deze test verband houdt met de meting van de weerstand, is dit een meting van de
spanningsdaling binnen één enkel meetgebied, nl. van 4 V.
In het geval van een kortsluiting (weergave lager dan 50 punten, hetzij 50 mV) wordt de buzzer
geactiveerd, wat erop wijst dat het geteste aansluitingspunt defect is.
In geval van afbreking van het aansluitingspunt of van een spanningsdaling van meer dan 3,5 V
verschijnt OL op het display.
De meetstroom circuleert van de "+"-klem naar de "COM"-klem. De meting op een diode in
doorlaatrichting brengt een weergave van ongeveer 0,6 V mee voor een aansluitingspunt met silicium
of 0,25 V voor een aansluitingspunt met germanium. In sperrichting verschijnt OL op het display.
Aangezien de meting tot 3,5 V mogelijk is, kan men de assemblages van aansluitingspunten testen,
bijvoorbeeld de schakelgelijkrichters of hoogspanningsdioden of een aantal lichtgevende dioden.
Onderhoud
Voor om het even welke onderhoudsinterventie mag er geen enkel element op het toestel zijn aangesloten.
Controle van het kastje
Maak het toestel schoon met een lichtjes met zeepwater bevochtigde doek en spoel met een in
helder water bevochtigde doek. Laat nooit water over het toestel stromen.
Droog af met een droge doek of hete lucht (max. temperatuur + 70°C ).
Controle van de kalibrering
Jaarlijkse controle van de meeteigenschappen door een erkend organisme.
42
Bij nullast, d.w.z. ongeveer 1000 tpm,
moet de spanning hoger liggen dan 0,4 V.
Men stelt vast dat de bargraph zweeft
tussen 0,2 V en 0,8 V.
0,8 V = OK
0,39 V
»
Lambdasonde
4 V
0,000 - 3,500 V
1%+2 pt
1 mV
37
0 -1,2 V
± 1 segment
33 mV
0,5 tot 2 Hz
op het display.
2
4
te selecteren.

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido