Aanwijzing!
De schaalverdeling van de maaihoogte geven een
benaderde maaihoogte aan:
14 mm* = laagste maaihoogte
45 mm* = hoogste maaihoogte
*) geldt voor de modellen RazorCut Premium 33
en RazorCut Premium 38.
Let er hierbij op dat de markeringspijl van de
maaihoogte aan beide zijden dezelfde maaihoog-
te op de schaalindelingen aangeeft. Het maaime-
chanisme mag uitsluitend zo laag worden inge-
steld dat het ondermes bij aanwezige oneffenhe-
den niet in contact komt met de grond.
●
Nadat u de maaihoogte correct heeft inge-
steld, schroeft u de beide vastzetmoeren (8)
opnieuw vast.
Veiligheidsaanwijzingen voor het
maaien
●
Voer vóór elk gebruik altijd een visuele inspec-
tie uit, om te controleren of moeren, bouten en
maaimechanisme niet versleten of beschadigd
zijn. Gebruik het apparaat niet als veiligheids-
installaties (veiligheidsafdekkingen) en/of de
snij-inrichting beschadigd of versleten zijn.
Stel nooit veiligheidsinrichtingen buiten wer-
king.
●
Werk alleen bij voldoende zicht.
Gebruik het apparaat nooit bij
regen of in een vochtige, natte
omgeving.
●
Draag tijdens het maaien een lange broek en
schoenen met antislip zolen.
Let op! Draaiend snijmechanisme.
Verwondingsgevaar door scherpe messen.
●
Let erop dat de draaiende mes-
senwals (10) u zware snijwonden
kan toebrengen. De aanwezige
veiligheidsafstand door de gelei-
debalken tussen de messenrol en
de gebruiker moet steeds in acht
worden genomen.
Handen of voeten nooit in de
buurt of onder het snijmechanis-
me brengen. Het snijmechanisme
draait na uitschakeling nog even
door!
●
Controleer het maaioppervlak
alvorens met het maaien te
beginnen om beschadiging van
het apparaat door voorwerpen of
letsel van levende wezens te
voorkomen. Hierbij dient men ste-
nen, houtstukken, metaaldraden
en andere voorwerpen te verwij-
deren. Dit geldt voor alle voorwer-
pen die door het apparaat gegre-
pen kunnen worden en op onge-
controleerde wijze door het appa-
raat kunnen worden gelanceerd.
Hou derden uit de nabijheid van
het gevarenbereik.
●
Wanneer het snijmechanisme of het apparaat
op een obstakel stoot, resp. een voorwerp,
dan dient men het apparaat op schade te con-
troleren.
●
Bij het maaien aan hellingen moet men bijzon-
der voorzichtig zijn:
– Let op een veilige stand en maai altijd
dwars op de helling.
– Beweeg de machine alleen stapvoets.
– Niet op te steile hellingen maaien.
– Struikelgevaar! Wees uiterst voorzichtig
bij achterwaartse bewegingen en bij het
trekken van het apparaat.
31