de werkzaamheden de verantwoordelijke staticus, ar-
chitekten of de directie raadplegen.
WAARSCHUWING
De netspanning dient overeen te komen met de gege-
vens op het typeplaatje van het apparaat. Apparaten
waarop 230 V staat aangegeven kunnen met 220 V
worden gebruikt.
WAARSCHUWING
Gebruik het apparaat altijd met de zijhandgreep (op-
tioneel met de beugelgreep).
ATTENTIE
Zet losse werkstukken vast met een spaninrichting of
een bankschroef.
WAARSCHUWING
Tijdens het slijpen kan er materiaal afsplinteren. Draag
een veiligheidsbril.
ATTENTIE
Wanneer het apparaat zonder stofafzuiging wordt ge-
bruikt, dient u bij werkzaamheden waarbij stof vrij-
komt een licht stofmasker te dragen.
WAARSCHUWING
Raak geen roterende delen aan. Schakel het apparaat
pas in het werkgebied in. Het aanraken van roterende
delen, met name roterend gereedschap, kan lichamelijk
letsel tot gevolg hebben.
ATTENTIE
Het gereedschap kan te heet worden door het gebruik.
Gebruik werkhandschoenen bij het wisselen van ge-
reedschap!
ATTENTIE
Het apparaat heeft overeenkomstig zijn gebruiksdoelen
een hoog toerental. Gebruik de zijhandgreep en werk
altijd met twee handen aan het apparaat. De gebruiker
moet voorbereid zijn op plotseling blokkerend gereed-
schap.
ATTENTIE
Door de bewerking van de ondergrond kan er materi-
aal afsplinteren. Draag een veiligheidsbril, werkhand-
schoenen en, wanneer u geen stofafzuiging gebruikt,
een licht stofmasker. Afgesplinterd materiaal kan licha-
melijk letsel en oogletsel veroorzaken.
WAARSCHUWING
Bij doorslijpwerkzaamheden de schijf in het doorslijp-
gebied niet op zijn kant zetten en het apparaat niet
te sterk belasten. Anders kan het apparaat tot stilstand
komen, een terugslag veroorzaakt worden of de schijf
breken.
ATTENTIE
Neem pauzes en doe ontspannings- en vingeroefenin-
gen, voor een betere doorbloeding van uw vingers.
WAARSCHUWING
Houd brandbare materialen ver van het werkbereik.
7.1 Afbramen
ATTENTIE
Gebruik nooit doorslijpschijven voor het afbramen.
Met een aanzethoek van 5° tot 30° wordt bij het afbramen
het beste resultaat bereikt. Beweeg het apparaat met
matige druk heen en weer. Daardoor wordt het werkstuk
niet te warm, verkleurt het niet en ontstaan er geen
groeven.
7.2 Doorslijpen
Werk bij het doorslijpen met een matige aanzet en kantel
het apparaat resp. de doorslijpschijf niet (circa 90° op
het snijvlak). Profielen en kleine vierkante buizen worden
het beste doorgeslepen door te beginnen bij de kleinste
doorsnede.
7.3 In-/uitschakelen
7.3.1 Inschakelen
1.
Steek de stekker in het stopcontact.
2.
Druk
op
het
achterste
aan-/uitschakelaar.
3.
Schuif de aan-/uitschakelaar naar voren.
4.
Vergrendel de aan-/uitschakelaar.
7.3.2 Uitschakelen
Druk op het achterste gedeelte van de aan-/uitschakelaar.
De aan-/ uitschakelaar springt in de uit-stand.
7.4 Herstartblokkering
AANWIJZING
Wanneer u bij een vergrendelde aan-/uitschakelaar de
netstekker uit het stopcontact haalt en hem er vervolgens
weer in steekt, start het apparaat niet. U moet eerst in
spanningsloze toestand de vergrendeling opheffen en
pas daarna de netstekker in het stopcontact steken.
nl
gedeelte
van
de
97