▪
Reinig het toestel na elk gebruik met een zachte absorberende doek.
▪
Controleer regelmatig of alle schroeven en moeren goed vast zitten.
▪
Smeer indien nodig de draaipunten.
Smering (fig. F)
Het toestel moet regelmatig worden gesmeerd, maar alleen indien nodig.
▪
Breng indien nodig een beetje smeervet aan zoals afgebeeld.
Vervangen van de batterijen
De console is uitgerust met 4 AA-batterijen op de achterkant van de console.
1.
Verwijder het deksel.
2.
Verwijder de oude batterijen.
3.
Plaats de nieuwe batterijen. Zorg ervoor dat de (+) en (-) polariteitsmarkeringen
van de batterijen op de goede plaats zitten.
4.
Monteer het deksel.
Defecten en storingen
Ondanks voortdurende kwaliteitscontrole kan het gebeuren dat het toestel door
individuele onderdelen defect is of niet goed werkt. In de meeste gevallen zal het
voldoende zijn om het defecte onderdeel te vervangen.
1.
Als het toestel niet goed werkt, neem dan onmiddellijk contact op met de dealer.
2.
Geef het modelnummer en serienummer van het toestel op aan de dealer. Vertel
wat de aard van het probleem is, hoe het toestel wordt gebruikt en wanneer u
het toestel heeft gekocht.
Transport en opslag
WAARSCHUWING
– Draag en verplaats het toestel met minstens twee personen.
1.
Blijf aan weerskanten aan de voorkant van het toestel staan en pak de
handgrepen stevig vast. Til de voorkant van het toestel op zodat de achterkant
van het toestel op de wielen komt te rusten. Verplaats het toestel en zet het
voorzichtig neer. Zorg voor een beschermende laag onder het toestel om schade
aan het vloeroppervlak te voorkomen.
RW3
NL
53