1. Druk in het hoofdmenu op
selecteren. Bevestig.
2. Druk op
of
om DATA LOGGER (datalog) te selecteren en
bevestig uw keuze.
3. Druk op
of
om 'Erase' (wissen) te selecteren en bevestig uw
keuze.
4. Druk op
of
om 'Measurement data' (resultaten) of 'Electrode
report' (informatie elektrode) te selecteren en bevestig uw keuze.
Bevestig opnieuw om de gegevens te verwijderen.
De complete log wordt in één keer gewist.
Gegevens naar een printer of een computer sturen
L E T O P
Eerst moet de gegevensuitvoer (printer of pc) worden geselecteerd, zodat het
menu 'Print' (afdrukken) beschikbaar is (raadpleeg
op pagina 132).
Opmerking: Raadpleeg
Rapportuitvoer
rapporten te selecteren.
1. Druk in het hoofdmenu op
selecteren. Bevestig.
2. Druk op
of
om DATA LOGGER (datalog) te selecteren en
bevestig uw keuze.
3. Druk op
of
om 'Print' (afdrukken) te selecteren en bevestig uw
keuze. Selecteer een van de volgende opties en bevestig uw keuze
met
om de gegevens af te drukken: 'Measurement data'
(resultaten), 'Electrode data' (elektrodegegevens), 'Calibration data'
(informatie kalibratie), 'Calibration report' (kalibratierapport) of
'Instrument condit.' (toestand van instrument).
134 Nederlands
of
om SYSTEM (systeem) te
Selecteer de gegevensuitvoer
op pagina 134 om het uitvoertype voor
of
om SYSTEM (systeem) te
Rapportuitvoer
L E T O P
Eerst moet de gegevensuitvoer (printer of pc) worden geselecteerd, zodat het
menu 'Type of report' (rapporttype) beschikbaar is (raadpleeg
gegevensuitvoer
op pagina 132).
Er kunnen verschillende soorten rapporten worden geselecteerd
wanneer een printer of pc is aangesloten.
1. Druk in het hoofdmenu op
selecteren. Bevestig.
2. Druk op
of
om 'Type of report' (rapporttype) te selecteren en
bevestig uw keuze.
3. Als er een printer of een computer en de optie Terminal is
aangesloten, drukt u op
Optie
Beschrijving
Reduced 'Several' (meerdere) of 'One sample' (één monster) als
uitvoerformaat selecteren
Standard Selecteer 'Several' (meerdere) of 'One sample' (één monster) als
uitvoerformaat. Selecteer 'Several' (meerdere): 'Users'
(gebruikers): de gebruikersnaam verschijnt op het rapport
(17 karakters). 'Header' (koptekst):de bedrijfsnaam kan als
koptekst worden toegevoegd (40 karakters) en staat op het
rapport. 'Identify sensor' (Elektrode identificeren):het model
en het serienummer van de elektrode kunnen worden
toegevoegd en staan op het rapport.
GLP
Selecteer 'Several' (meerdere) of 'One sample' (één monster) als
uitvoerformaat. Selecteer 'Several' (meerdere): 'Users'
(gebruikers): de gebruikersnaam verschijnt op het rapport
(17 karakters). 'Header' (koptekst):de bedrijfsnaam kan als
koptekst worden toegevoegd (40 karakters) en staat op het
rapport. 'Identify sensor' (Elektrode identificeren):het model
en het serienummer van de elektrode kunnen worden
toegevoegd en staan op het rapport.
Selecteer de
of
om SYSTEM (systeem) te
of
om te selecteren