Afbeelding
Schakel het apparaat in en stel het voor 5 secon-
den in het station in bedrijf.
Het apparaat heeft dan het optimale vochtgehalte
voor een snelle reiniging.
Apparaat uitschakelen. Hiervoor de schakelaar
aan-/uitschakelen.
Afbeelding
Neem het apparaat aan de draaggreep uit het rei-
nigingsstation en stel het op de vloer.
Houd het apparaat aan de handgreep vast.
Afbeelding
Voor het inschakelen de hoofdschakelaar (in/uit)
indrukken.
Reinigingsvloeistof navullen
LET OP
Voor het vullen van het verswaterreservoir het vuilwa-
terreservoir legen. Zo wordt vermeden dat het vuilwa-
terreservoir overloopt.
Zie hoofdstuk "Vuilwaterreservoir leegmaken".
Afbeelding
Apparaat in het reinigingsstation plaatsen.
Afbeelding
Haal het verswaterreservoir met de greep uit het
apparaat.
Afbeelding
Tankdop openen.
Vul het verswaterreservoir met koud of lauwwarm
leidingswater.
Indien nodig reinigings- of onderhoudsmiddel toe-
voegen.
Markering "MAX" mag tijdens het vullen niet wor-
den overschreden.
Tankdop sluiten.
Afbeelding
Schoonwatertank in het apparaat plaatsen.
Verswaterreservoir moet vast in het apparaat zit-
ten.
Vuilwatertank leegmaken
LET OP
Om ervoor te zorgen dat het vuilwaterreservoir niet
overloopt, moet het waterpeil regelmatig worden gecon-
troleerd. De markering "MAX" mag niet overschreden
worden.
Afbeelding
Apparaat in het reinigingsstation plaatsen.
Afbeelding
Vuilwaterreservoir aan de onderste greepstang
houden. Druk hierbij de bovenste greepstang met
de duim naar beneden.
Neem het vuilwaterreservoir eruit.
Afbeelding
Deksel van het vuilwaterreservoir afnemen.
Vuilwatertank leegmaken.
Afhankelijk van de verontreiniging deksel/afschei-
der en vuilwaterreservoir met leidingswater reini-
gen.
Deksel van het vuilwaterreservoir plaatsen.
Deksel moet vast op het vuilwaterreservoir zitten.
Afbeelding
Vuilwatertank in het apparaat plaatsen.
Vuilwaterreservoir moet vast in het apparaat zitten.
Werking onderbreken
Afbeelding
Apparaat uitschakelen. Hiervoor de schakelaar
aan-/uitschakelen.
Afbeelding
Apparaat in het reinigingsstation plaatsen.
LET OP
Om ervoor te zorgen dat het apparaat stabiel staat,
moet het als het niet wordt gebruikt steeds in het reini-
gingsstation (parkeerstation) worden geplaatst. Omdat
het apparaat op zich niet stabiel genoeg is, kan het kan-
telen. Hierdoor kan vloeistof uittreden en zo de vloerbe-
dekking beschadigen.
Apparaat uitschakelen
Afbeelding
Apparaat uitschakelen. Hiervoor de schakelaar
aan-/uitschakelen.
Afbeelding
Apparaat in het reinigingsstation plaatsen.
Afbeelding
LET OP
Na gebruik wordt het apparaat door een spoeling gerei-
nigd.
Zie hoofdstuk "Apparaatreiniging door spoeling".
Afbeelding
Apparaat volledig legen.
Afbeelding
tot
Afbeelding
Vuilwatertank leegmaken.
Zie hoofdstuk "Vuilwaterreservoir leegmaken".
Verwijder het water als er zich nog water in het
verswaterreservoir of het reinigingsstation bevindt.
Afbeelding
Stekker uit het stopcontact trekken.
Afbeelding
Voedingskabel om de kabelhaak wikkelen.
Voedingskabel met de kabelklem vastzetten.
LET OP
Om de ontwikkeling van geurtjes te voorkomen, moet bij
het opbergen van het apparaat het schoonwater- en
vuilwaterreservoir volledig worden geleegd.
Afbeelding
Apparaat aan de draaggreep naar de opslagplaats
dragen.
Afbeelding
Plaats voor meer stabiliteit het apparaat in het rei-
nigingsstation.
Apparaat in een droge ruimte bewaren.
– 8
NL
Apparaat opslaan
35