Bewaar de brandstof uitsluitend in
geschikte en goedgekeurde reservoirs
(jerrycans). Schroef de tankdoppen van de
jerrycans altijd goed erop en draai de
doppen stevig vast. Om
veiligheidsredenen moeten defecte
afsluitingen worden vervangen.
Gebruik geen drankflessen of soortgelijke
zaken om brandstoffen en smeermiddelen
af te voeren of op te slaan, zoals
bijv. benzine. Personen, met name
kinderen, zouden in de verleiding kunnen
komen om eruit te drinken.
Houd benzine uit de buurt van
vuur, permanent vuur,
warmtebronnen en andere
ontstekingsbronnen. Niet roken!
Tank alleen in de buitenlucht en rook niet
tijdens het tanken.
Schakel de verbrandingsmotor voor het
bijtanken uit en laat deze afkoelen.
De benzine moet vóór het starten van de
verbrandingsmotor worden bijgevuld. Bij
een draaiende verbrandingsmotor of hete
machine mag de tankdop niet worden
geopend en mag er geen benzine worden
bijgevuld.
Tank de brandstoftank niet te
vol!
Vul de brandstoftank nooit tot
boven de onderkant van de
vulplug, zodat de brandstof
ruimte heeft om uit te zetten.
Volg ook de aanwijzingen in de
gebruiksaanwijzing van de
verbrandingsmotor op.
Als er benzine is overgelopen, mag u de
verbrandingsmotor pas starten nadat u het
met benzine verontreinigde oppervlak
hebt gereinigd. Start de
0478 111 9931 D - NL
verbrandingsmotor niet voordat de
benzinedampen zijn verdampt (droog
vegen).
Gemorste brandstof moet meteen worden
afgeveegd.
Verwissel van kleding als er benzine op is
gemorst.
Sla het apparaat nooit op in een gebouw
met benzine in de tank. Ontstane
benzinedampen kunnen met open vuur of
vonken in aanraking komen en
ontbranden.
Als de tank moet worden geleegd, moet dit
in de buitenlucht worden uitgevoerd.
5.3 Accu en oplaadapparaat
De gebruiksaanwijzing van de
verbrandingsmotor opvolgen en goed
bewaren. In de gebruiksaanwijzing leest u
hoe u de accu en het oplaadapparaat
veilig kunt gebruiken.
Gebruik alleen de originele accu en het
originele oplaadapparaat.
Accu en oplaadapparaat tegen regen en
vocht beschermen en nooit laten vallen.
Gebruik alleen een onbeschadigde, niet
vervormde accu en een onbeschadigd
oplaadapparaat. Controleer met name de
voedingskabel van het oplaadapparaat.
Gebruik nooit een oplaadapparaat met
een beschadigde voedingskabel.
Accu en oplaadapparaat nooit uit elkaar
nemen en nooit proberen te repareren.
Een defecte accu of een defect
oplaadapparaat moet worden vervangen.
U mag het oplaadapparaat alleen op een
voeding aansluiten die beveiligd is door
een foutstroombeveiliging met een
afschakelstroom van maximaal 30 mA.
Voor nadere informatie kunt u terecht bij
de elektricien.
Niet-gebruikte accu ver van metalen
voorwerpen (bijv. spijkers, munten,
sieraden) houden. Accucontacten nooit
kortsluiten, geen metalen transportbak
gebruiken.
Bij ondeskundig gebruik kan er vloeistof uit
de accu stromen – contact vermijden! Bij
onbedoeld contact met water afspoelen.
Als de vloeistof in aanraking komt met de
ogen, spoelt u deze eerst met water en
raadpleegt u een arts. Uitstromende
accuvloeistof kan huidirritatie en
brandwonden en bijtende plekken
veroorzaken.
Zie www.viking-garden.com/safety-data-
sheets voor verdere aanwijzingen m.b.t.
de veiligheid
5.4 Kleding en uitrusting
Draag tijdens werkzaamheden
altijd stevige schoenen met grip.
Werk nooit op blote voeten of
bijvoorbeeld op sandalen.
Bij onderhouds- en
reinigingswerkzaamheden en
tijdens het vervoer van de
machine ook telkens stevige
handschoenen dragen en lang haar
samenbinden en bedekken (hoofddoek,
muts enz.).
Bij het slijpen van het maaimes
moet altijd een geschikte
veiligheidsbril worden
gedragen.
De machine mag alleen met een lange
broek en nauwe kleding aan in gebruik
worden genomen.
105