5
Installatie van het toestel
zijn geschikt voor gemetselde muren.
Voor ander bouwmateriaal (bv. gipsplaat,
plaat, poreus beton) moeten geschikte
bevestigingsdonsels en moeren worden
gebruikt.
(Afbeelding 7)
OPGELET
Controleer voor het boren
A
of er geen stroom-, gas- of
waterleidingen in de nabijheid
van de boorlocaties liggen.
Trek een middellijn vanaf het plafond lood-
recht op de onderrand van de kap ().
Plak de meegeleverde installatiesjabloon in
de accessoires op het oppervlak waar de
kap moet worden gemonteerd. Let hierbij
op de montagehoogte van de kap (Pagina
12 / Afbeelding 6).
Er zit een lipje in het midden van de rook-
gasaansluitplaat. Plaats het middelste punt
van dit lipje op de lijn die loodrecht op de
muur is getekend. Stel hierbij de kap in op
de maximale hoogte (Pagina 8 / Afbeelding
1). Markeer met behulp van een pen de
132 / NL
gaten waar de rookgasaansluitplaat wordt
gemonteerd (Afbeelding 7/a).
Boor de gemarkeerde punten met Ø6mm
boor en steek 2 plastic deuvels in de ge-
boorde gaten (Afbeelding 7/a). Bevestig
de rookgasaansluitplaat aan de wand met
3,9x22 schroeven (Afbeelding 7/a).
Voor de montage van de kapbehuizing kunt
u de Ø8mm boor gebruiken om de punten
A, B, C, D op het montagesjabloon te boren
en op deze punten 4,8x50mm kunststof
deuvels in te voegen. (Afbeelding 7/b).
2 stuks 4.8x50 ophangschroef met een
speling van 5 mm tussen de schroefkop en
de wand (Afbeelding 7/b).
(Afbeelding 8)
1. klemplaat
2. Ophangplaat Aansluitingsschroef
Om uw kap aan de wand te monteren,
draait u de schroeven van de op de mo-
torcabine gemonteerde ophangplaten los
en trekt u ze omhoog, waarna u ze weer
vastmaakt (Afbeelding 8 / A).
Zet het aanzuigglas van de kap aan en
verwijder het aluminium oliefilter (Pagina
11 / Afbeelding 4).
Afzuigkap / Gebruikershandleiding