Masimo RD SET E1 Instrucciones De Uso página 34

Sensor auricular de uso en un solo paciente
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 23
• Veneuze pulsaties kunnen verkeerde, te lage SpO
Trendelenburg-positie).
• De pulsaties van de intra-aorta ballonsteun kunnen bij de hartfrequentie worden geteld op het overeenkomstige
hartfrequentieweergavevenster van de oximeter. Vergelijk de hartfrequentie van de patiënt met de hartfrequentie op
het ECG.
• De sensor mag geen zichtbare gebreken, verkleuringen of beschadigingen vertonen. Als de sensor is verkleurd of
beschadigd, mag u deze niet langer gebruiken. Gebruik nooit een beschadigde sensor of een sensor met blootliggende
elektrische bedrading.
• Plaats de kabel en patiëntenkabel voorzichtig om te voorkomen dat de patiënt verstrikt of beklemd raakt.
• Bij gebruik van pulsoximetrie tijdens bestraling van het gehele lichaam moet de sensor buiten het stralingsveld worden
gehouden. Als de sensor aan de straling wordt blootgesteld, kan de afleeswaarde tijdens de actieve bestralingsperiode
foutief zijn of nul bedragen.
• Gebruik de sensor niet tijdens een MRI-scan of in een omgeving waarin een MRI-apparaat staat.
• Sterke lichtbronnen in de omgeving, zoals operatielampen (met name xenonlampen), bilirubinelampen, neonbuizen,
infraroodhittelampen en direct zonlicht kunnen de werking van een sensor storen.
• Om interferentie door omgevingslicht te voorkomen, moet de sensor correct worden aangebracht, en moet de
aanbrengplaats zo nodig met ondoorzichtig materiaal worden bedekt. Indien deze voorzorgsmaatregel niet wordt
genomen in een omgeving met sterk licht, kan onjuiste meting het gevolg zijn.
• Hoge COHb- of MetHb-waarden kunnen zich voordoen terwijl de SpO
of MetHb-waarden worden vermoed, moet een laboratoriumanalyse (CO-oximetrie) op een bloedmonster worden
uitgevoerd.
• Een verhoogd carboxyhemoglobinepeil (COHb) kan leiden tot onnauwkeurige SpO
• Een verhoogd methemoglobinepeil (MetHb) resulteert in onnauwkeurige SpO
• Een verhoogd totaal bilirubinegehalte kan onnauwkeurige SpO
• Intravasculaire kleurstoffen, zoals indocyaninegroen of methyleenblauw of extern aangebrachte kleurstoffen (zoals
onuitwisbare inkt) kunnen onnauwkeurige SpO
• Onnauwkeurige SpO
bewegingsartefacten.
• Week of dompel de sensor niet in vloeistoffen, om beschadiging te voorkomen. Probeer de sensor niet te steriliseren.
• De sensor mag in geen geval worden gewijzigd of gemodificeerd. Wijzigingen of modificaties kunnen van invloed zijn
op de prestaties en/of nauwkeurigheid.
• Probeer sensoren of patiëntenkabels van Masimo niet opnieuw te gebruiken bij verschillende patiënten, opnieuw te
pre pareren of te recyclen, aangezien dit de elektrische onderdelen kan beschadigen en letsel van de patiënt tot gevolg
kan hebben.
• Let op: Vervang de sensor als er een bericht Sensor vervangen wordt weergegeven of wanneer een bericht Lage SIQ
continu wordt weergegeven nadat u de stappen voor het oplossen van problemen met lage SIQ hebt doorlopen, die
worden beschreven in de gebruiksaanwijzing van het bewakingsapparaat.
• Opmerking: De sensor is voorzien van X-Cal®-technologie om het risico van onnauwkeurige afleeswaarden en
onverwachtse onderbreking van de bewaking van de patiënt te beperken. De sensor is geschikt voor een bewakingsduur
van maximaal 168 uur. Na gebruik bij één patiënt, moet u de sensor weggooien.
INSTRUCTIES
A) De locatie kiezen
LET OP: Voordat u de sensor gebruikt, moet u de sensor inspecteren en met name letten op gebroken of gerafelde draden
of beschadigde onderdelen.
• Zie afbeelding 1. De gewenste plaats van meting is de binnenkant van het oor (oorschelp [A]). (Er wordt ook verwezen naar
de tragus [B], oorlel [C] en crus helicis [D].)
• De locatie moet schoon zijn. Voordat de sensor wordt geplaatst, moet de locatie worden gecontroleerd. Die moet schoon
zijn en de huid mag niet rood, opgezwollen, geïnfecteerd of beschadigd zijn.
B) De sensor aanbrengen op de patiënt
1. Open de verpakking en verwijder de sensor.
2. Zie afbeelding 2. Richt de sensor zodanig dat de ster (1) op de straler zich aan het begin van het oor van de patiënt
bevindt. Trek de straler en de detector voorzichtig uit elkaar zodat de oorlel vrij is. Plaats de straler zodanig in het oor dat
die tegen de binnenkant van het oor (oorschelp) rust.
3. Bevestig de detector aan de achterkant van het oor (2). De plakker van de detector moet zonder vouwen achter het oor
worden aangebracht.
4. Plaats de onderkant van de sensorinkeping (3) zodanig dat het onder het kleinste gedeelte van de oorlel past. De
E1-oorsensor kan na te zijn aangebracht, nog worden veranderd als dat prettiger voor de patiënt is. Zorg ervoor dat de
sensor niet te strak op de huid zit. De straler moet indien mogelijk niet tegen de tragus drukken.
-afleeswaarden kunnen worden veroorzaakt door ernstige anemie, lage arteriële perfusie of
2
-afleeswaarden veroorzaken (bijv. regurgitatie van tricuspidalisklep,
2
2
-metingen tot gevolg hebben.
2
-metingen veroorzaken.
2
34
-waarde normaal lijkt. Als er verhoogde COHb-
metingen.
2-
-metingen.
2
9025B-eIFU-0119

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido