Tabla de contenido
Publicidad
NL
1. VERPLAATSING
Het product moet zorgvuldig aan het handvat of de haak opge-
tild en verplaatst worden.
2. GEBRUIKSDOELEINDEN
De pomp is geschikt voor het verpompen van schoon, vuil en troe-
bel water, dat vaste deeltjes in zwevende toestand bevat waarvan
de afmetingen niet groter zijn dan hieronder aangegeven. De meest
geschikte gebruiksdoeleinden zijn: het leegpompen van de
opvangbakken van het huishoudelijke afvoerwater, het leegpom-
pen van regenputten, het leegpompen van ondergelopen vertrek-
ken en het leegpompen van uitgravingen en kuilen in de bouw-
sector. De modellen met een naar achteren geplaatste waaier VOR-
TEX zijn ook geschikt voor het verpompen van water dat draderige
deeltjes in zwevende toestand bevat.
3. GEBRUIKSBEPERKINGEN
De norm EN 60335-2-41 verbiedt het gebruik van de pomp
!
in kuipen of zwembaden waar zich mensen in bevinden en
voor buitengebruik schrijft deze norm het model met een 10
m lange kabel voor.
Temperatuur van de vloeistof: < 35 °C.
N.B.: Tijdens continue bedrijf moeten de pompen vol-
ledig ondergedompeld functioneren, met uit-
zondering van de modellen SX2-3 en SX5-15.
Maximum onderdompelingsdiepte: 5 m (voor de model-
len SX5-15 geldt: 7 m).
Max. diameter van de vaste deeltjes in zwevende toestand (mm)
STA
SX5-7
SX2
SXV3
11-15
SX3
5
8
10
20
Max. aantal keer starten per uur
DL - STA
SX5-7-11-15, DX
20
4. INSTALLATIE
De afmetingen van de put moeten zodanig berekend worden dat
een te groot aantal keer starten per uur wordt vermeden (FIG. 2).
De vlotter kan afgesteld worden door de vrije lengte van de kabel
te vermeerderen of te verminderen (FIG. 3).
Een verkeerde afstelling kan tot storingen in de werking
!
leiden.
5. ELEKTRISCHE AANSLUITING
ÉÉNFASEMODELLEN: Steek de stekker in een stopcontact dat aan
de voorschriften voldoet.
OPMERKING: De elektrische éénfasepompen zijn uitgerust met
een thermische magneetbeveiliging met ingebouwde automatische
reset.
DRIEFASENMODELLEN: FIG. 4.
5.1 Controle van de draairichting (geldt alleen voor de driefa-
senmodellen)
De juiste draairichting is met de wijzers van de klok mee (naar
rechts) gezien vanaf de bovenkant van de pomp.
U kunt dit controleren aan de hand van de prestaties die door de pomp
geleverd worden. De juiste draairichting bij de enkel- en de dubbel-
kanaalsmodellen is de richting waarin de beste Q/H prestaties worden
geleverd en bij de modellen met een naar achteren geplaatste waai-
er de richting waarin het stroomverbruik het minst is.
6. ONDERHOUD
Alle werkzaamheden aan de pomp dienen door vakmensen
!
uitgevoerd te worden waarbij eerst de stekker uit het stop-
contact gehaald dient te worden.
De pomp vergt geen onderhoud.
Het kan noodzakelijk zijn om het aanzuigrooster (SX, STA) of de
waaier schoon te maken.
Om bij de modellen met rooster bij de waaier te kunnen komen moet
u de schroeven waarmee het rooster is bevestigd losdraaien.
DX35
DL45-DL46
DXV35
DLV45-DLV46
35
45
SX2-SX3-SXV3
25
(typisch schema FIG. 1)
DK
1. FLYTNING
Produktet skal løftes og flyttes forsigtigt ved hjælp af håndtaget
eller øjebolten.
2. ANVENDELSE
Pumpen er egnet til pumpning af rent, snavset og grumset vand
med faste partikler, hvis størrelse ikke overstiger nedenstående
anvisninger. De mest almindelige former for brug er følgende:
Dræning af beholdere til opsamling af spildevand uden
toiletabløb fra husholdninger, dræning af brønde til opsamling af
regnvand, dræning af oversvømmede lokaler/steder samt
dræning af vand fra udgravninger og grøfter på byggepladser.
VORTEX versionerne med forsænket skovlhjul er endvidere
egnet til pumpning af vand med trådlignende partikler.
3. ANVENDELSESBEGRÆNSNINGER
Normen EN 60335-2-41 forbyder brug af pumpen i fri-
!
luftsbade eller svømmebassiner, såfremt personer ophol-
der sig i vandet. Normen fastsætter endvidere brug af et
10 m kabel til udendørs brug.
Væsketemperatur: ≤ 35° C
N.B.: I forbindelse med kontinuerlig drift skal pum-
Maks. nedsænkningsdybde: 5 m (7 m med hensyn til
model SX5-15).
DL50
Maks. diameter for faste partikler (mm)
DLV50
50
STA
SX5-7
11-15
5
8
40
DL - STA
20
4. INSTALLATION
Brøndens størrelse må ikke nødvendiggøre et for stort antal
starter pr. time (FIG. 2). Justering af svømme afbryderen sker
ved at øge eller reducere kablets frie længde (FIG. 3).
!
Forkert justering kan resultere i funktionsforstyrrelser.
5. ELEKTRISK TILSLUTNING
ENKELTFASEDE VERSIONER: Sæt stikket i en stikkontakt, der
er i overensstemmelse med normerne.
BEMÆRK: De enkeltfasede elektropumper er forsynet med ind-
bygget termomagnetisk beskyttelse med automatisk tilbagestil-
ling.
TREFASET VERSION: FIG. 4.
5.1 Kontrol af rotationsretning (kun trefaset version)
Den korrekte rotationsretning er med uret, når pumpen betrag-
tes oppefra.
Kontrollen udføres ved at kontrollere pumpens præstation. Når
rotationsretningen er korrekt, øges pumpens præstation Q/H
(på versioner med en eller to kanaler) og strømforbruget redu-
ceres med hensyn til versioner med forsænket skovlhjul.
6. VEDLIGEHOLDELSE
Indgreb i pumpen må kun udføres af specialuddannet per-
!
sonale. Strømmen skal forudgående kobles fra pumpen.
Pumpen kræver ingen form for almindelig vedligeholdelse.
Der kan opstå behov for rengøring af indsugningsristen (SX,
STA) eller skovlhjulet.
På modellerne med rist opnås adgang til skovlhjulet ved at løsne
skruerne, der fastgør risten.
perne være fuldstændigt nedsænkede. Dette
gælder dog ikke med hensyn til model SX2-3
og SX5-15.
SX2
SXV3
DX35
DL45-DL46
SX3
DXV35
DLV45-DLV46
10
20
35
Max. antal starter pr. time
SX5-7-11-15, DX
25
(standardskema FIG. 1)
DL50
DLV50
45
50
SX2-SX3-SXV3
40
Publicidad
Tabla de contenido
