Veiligheidsvoorschriften en
bedieningshandleiding
Iedere dag
♦
Controleer de gereedschapshouder en splitpin.
Controleer of slangen, koppelingen en
♦
accumulator in goede staat zijn.
Controleer of de bouten en aansluitingen intact
♦
en stevig aangehaald zijn. Voor de
aanhaalkoppels, zie de reserveonderdelenlijst.
Iedere week
Reinig de hydraulische sloophamer zorgvuldig.
♦
♦
Controleer de slijtage en maximale inwendige
slijtagelimieten van de slijtbussen.
De slijtbus moet worden vervangen als de
binnendiameter (A) zijn maximum slijtagelimiet
heeft bereikt. Zie "Slijtagelimieten" "Vervangen
van inzetgereedschapsbus".
Controleer het inzetgereedschap op slijtage.
♦
Het inzetgereedschap moet worden vervangen
als de buitendiameter (B) zijn minimum
slijtagelimiet heeft bereikt. Zie "Slijtagelimieten".
Een te grote speling kan tot gevolg hebben dat
het inzetgereedschap breekt en dat de zuiger
beschadigd wordt.
Controleer de hamer en de verloopplaat op
♦
barsten en slijtage.
Controleer of de accumulatorschroeven goed zijn
♦
aangehaald. Het juiste aanhaalkoppel vindt u in
de reserveonderdelenlijst.
Het inzetgereedschap mag nooit worden
aangescherpt door middel van smeden. Aanscherpen
mag alleen plaatsvinden door frezen, slijpen of
draaien.
154
Slijtlimieten
A (mm)
RX 2
45
RX 3
55
RX 4
65
RX 6
73
RX 8
83
Vervangen inzetgereedschapsbus
De bus van het inzetgereedschap wordt op zijn
plaats gehouden door de gereedschapshouder.
Nieuwe bussen hebben een gladde pasvorm.
1. Als een versleten bus vastzit, gebruikt u een
glijhamer om hem te verwijderen.
2. Reinig het boorgat- en buszittinggebied
zorgvuldig.
3. Smeer en monteer de bus.
4. Gebruik een plastic voorhamer om de bus in
positie te tikken.
5. Houd de bus op zijn plaats met behulp van de
gereedschapshouder.
9800 1050 90 | Originele handleidingen
RX 2, 3, 4, 6, 8
B (mm)
39
49
59
67
77