Grundfos PS.R.05-17 Instrucciones De Instalación Y Funcionamiento página 9

Ocultar thumbs Ver también para PS.R.05-17:
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles

Idiomas disponibles

Installatie van put en klepkamer voltooid
Gerelateerde informatie
4.1 Fundering
4.1.1 Funderingslaag
4.1.2 Bodemlaag
4.2.1 Vulgrond
4.2.2 Voorkomen van opwaartse stuwing
4.2.1 Vulgrond
Bij het opvullen moet aan de volgende voorwaarden worden
voldaan:
De vulgrond moet aan dezelfde eisen voldoen als de
bodemlaag.
De vulgrond moet de put aan alle kanten voldoende steun
geven om ervoor te zorgen dat de belasting kan worden
opgenomen zonder dat er puntbelasting ontstaat.
De opvulling moet zodanig plaatsvinden dat de put niet
beschadigd of vervormd raakt.
Tijdens het storten en samenpersen van de vulgrond
moet het deksel op de put zitten om vervorming
(ovaal worden) te voorkomen.
2
Gelijkmatige druk aan alle kanten van de put.
De vulgrond moet in lagen van maximaal 30 cm worden
samengeperst,resulterend in ongeveer 20 cm na persen.
Pers de vulgrond onder de toevoeropening en
afvoerleidingen op de juiste wijze samen zodat de
leidingen niet blootstaan aan neerwaartse krachten
bij het samenpersen van de vulgrond.
126
Onvoldoende samenpersing onder de leidingen
Als het gat voor de put geboord is, moet u er speciaal
aandacht besteden aan het samenpersen van de
vulgrond om opwaartste stuwing te voorkomen.
Gebruik mechanische persapparatuur en pers de
vulgrond samen tot minimaal 97% van de
theoretische dichtheid.
Bij het gebruik van trilplaten in de buurt van de put, mag u
uitsluitend een trilplaat of springcompactor gebruiken. Het
formaat van de trilplaat mag niet groter zijn dan 25 kN / 150 kg.
Gebruik geen trilplaten op een afstand van minder
dan 30 cm van de putwand.
1
Toegestane trilplaten
4.2.2 Voorkomen van opwaartse stuwing
Het putontwerp zorgt ervoor dat de put wordt beschermd tegen
opwaartse stuwing wanneer de put correct geïnstalleerd is
(uitgezonderd D 800 x 1000 en D 1200 x 1500). Eisen voor het
voorkomen van opwaartse stuwing zijn afhankelijk van de
geotechnische omstandigheden. Deze dienen te worden bepaald
door de technicus of aannemer en vallen buiten de
verantwoordelijkheid van Grundfos.
De onderstaande eisen zijn de minimale eisen. Neem de
plaatselijke regelgeving in acht.
De beveiliging tegen opwaartse stuwing wordt vastgesteld volgens
Eurocode EN 1997-1 met inbegrip van nationale annex, DS/EN
1997-1 DK NA:2015.
Van de meest ongunstige situatie met betrekking tot het grondwater
is sprake als de waterspiegel zich op terreinniveau bevindt. In deze
situatie is de hydrostatische waterdruk onder in de put het hoogst
en wordt het gewicht van de aarde voor het stabiliserende
aardvolume het meest aangetast.
Het volume van het zand dat tegen de wand van de put rust vormt
een stabiliserende kracht. Het zandvolume wordt bepaald als een
kegel met holle kern. De helling van de kegel wordt aangeduid als
1:n. De helling n kan worden bepaald op basis van de wrijvingshoek
voor het ontwerp. De karakteristieke wrijvingshoek voor zand met
een eenheidsgewicht van 19 kN/m3, samengeperst tot 97%
standaarddichtheid, wordt geschat op 37 graden. De wrijvingshoek
van het ontwerp bedraagt 32 graden, hetgeen overeenkomt met
een helling van n = 1,6.
1a
Max.
25 kN
Max.
150 kg

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido