Pagina 5 - Afbeelding 2
Sluit de geleverde kabelset voor inbouw achteraf aan het besturingsapparaat -1- aan -pijl-.
−
Pagina 5 - Afbeelding 3
−
Ontvet in de bagageruimte rechts de inbouwplaats van het besturingsapparaat -1- met een geschikt
reinigingsmiddel.
Bevestig het besturingsapparaat -1- met het tweezijdig plakband uit de levering.
−
−
Sluit de individuele ader van de kabelset voor inbouw achteraf op het massapunt -pijl- van de auto aan.
Pagina 6 - Afbeelding 1
Leg de witte afzonderlijke aders vanaf de achteraf ingebouwde leidingset van het stuurapparaat -pijl- langs de D-
−
kolom en verder door de achterklep naar de rechter lamp van de achterklep .
− Wikkel 50 mm van de kabelomwikkeling van de eigen kabelboom van de auto af.
Snijd de kabel naar het achteruitrijlicht van de auto door.
−
Kabelidentificatie volgens het elektrische schema van de auto of met een spanningstester, bijv. op stekker van het
achterlicht
−
Klem een kabeleinde van de doorgesneden draad -2- in een klemverbinder -3- vast.
Klem het vrije einde van de doorgesneden kabel -4- samen met de witte enkele ader -5- van de kabelset voor
−
inbouw achteraf in de klemverbinder -3-.
Krimp ter verzegeling de klemverbinder -3- met de heteluchtblazer uit de kabelstreng-reparatieset -VAS 1978-.
−
Vernieuw de kabelomwikkeling.
−
Pagina 6 - Afbeelding 2
Zoemer -1- met splijtnagels -3- uit de levering in de bevestigingsboringen van de auto bevestigen.
−
Installeer het vrije deel van de kabelset voor inbouw achteraf naar de zoemer -1-.
−
Plug de aansluitstekker -2- bij de zoemer -1- in en vergrendel hem.
−
Pagina 6 - Afbeelding 3
Aanwijzing
Bij voertuigen met een 12V-stopcontact kan de spanning-voorziening met een parkeerhulp als alternatief aan deze
12V-stopcontact worden aangesloten. Hiermee vervalt het leggen van de leidingen door het voertuig naar de relais-
en zekeringhouder achter het dashboard.
Leg de rode losse kabel van de later ingebouwde leidingset van het besturingsapparaat naar de relais- en
−
zekeringhouder achter het dashboard en bevestig dit met kabel verbindingsstukken uit het leveringspakket aan
leidingen of houders van het voertuig.
Trek de gekleurde vergrendeling -1- zijdelings uit de relais- en zekeringhouder achter het dashboard.
−
Vergrendel de rode losse draad van de leidingset aan zekeringhouder F18.
−
−
Druk de gekleurde vergrendeling -1- in de relais- en zekeringhouder.
1.4 Afsluitende werkzaamheden
−
Alle kabels van de inparkeerhulp met de kabelbinders uit de levering bevestigen aan de bestaande leidingen en
houders in de auto.
Monteer alle auto-onderdelen in omgekeerde volgorde.
−
ELSA
−
Accu aansluiten.
ELSA; Rep.-gr. 27
Verricht een proefrit met de auto en controleer de functies van de parkeerhulp.
−
35