NL
overschrijden, waarna het apparaat ongeveer 20 minuten ter afkoeling gelaten worden. Trek gedurende deze tijd de stekker van
de voedingskabel uit het stopcontact.
De maximale continue werktijd mag niet langer zijn dan 10 minuten, waarna het product moet worden uitgeschakeld en geduren-
de nog eens 10 minuten ter automatische afkoeling gelaten worden. Overbelasting van het product leidt tot snellere slijtage en
kan ook productschade veroorzaken.
Gebruik de machine niet voor het malen van onderdelen van hard voedsel. Het vlees moet voor het malen voorbereid worden
door de huid, botten en kraakbeen te verwijderen. Andere voedselproducten moeten voor het malen voorbereid worden door het
verwijderen van zaden, stelen, schelpen en alle andere harde delen. Bevroren voedsel niet malen.
GEBRUIK VAN HET PRODUCT
Voorbereiding voor werk
Het product uit de verpakking halen, alle verpakkingselementen verwijderen en vervolgens alle onderdelen van de aandrijfeenhe-
id volgens de instructies in het gedeelte "Onderhoud van het product" gereinigd worden.
Het product volgens de gebruiksaanwijzingen instellen.
Het lichaam van het hulpstuk voor het malen van vlees of het lichaam van het hulpstuk voor het raspen of versnipperen monteren.
Het lichaam wordt gemonteerd oor het aan de montagedoos onder een hoek gedraaid in de richting van de doos te drukken en
vervolgens zo te draaien, dat de inlaatopening naar boven is (II) gericht.
Tijdens de montage hoort u het karakteristieke geluid van de vergrendeling die de behuizing van de hulpstuik in de montagedoos
vastzet.
Bij montageproblemen kunt u altijd de vergrendelknop ingedrukt houden, de dop bevestigen en de vergrendelknop loslaten.
Controleer de juistheid van de montage.
Correct gemonteerde behuizing van het hulpstuk kan alleen verwijderd worden door de vergrendelingsknop (III) voorafgaand in te
drukken. Draai vervolgens de behuizing van het hulpstuk in een kleine hoek en verwijder het uit de montagedoos.
Hulpstuk voor het malen van vlees
Het lichaam van het hulpstuk aan de montagedoos sluiten. Plaats de boor voor het malen zodat de aandrijfas het boorgat (IV)
bereikt.
Plaats het mes op de vierkante voet, de snijkanten moeten naar de buitenkant van het hulpstuk (V) wijzen.
Brengt de zeef aan. De zeef heeft positioneringspennen op de rand, die de uitsparingen op de voorkant van de bevestiging (VI)
moeten raken.
De zeef heeft positioneringspennen op de rand, die de uitsparingen op de voorkant van de bevestiging (VI) moeten raken.
De zeven van de apparatuur van het product hebben gaten met verschillende diameters. Hoe kleiner de gaten, hoe fi jner gemalen
de voedselproducten bij het malen zullen zijn.
Let op! Tegelijkertijd kan slechts één zeef gemonteerd worden.
Bevestig de bevestigingsmoer (VII) aan de uitgaande schroefdraad van het hulpstuk.
Plaats de aanvoerbak (VIII) op de inlaatopening.
Controleer of de stamper zonder obstakels in en uit de inlaatopening geplaatst en verwijderd kan worden.
Worstvulhulpstuk (IX)
Monteren als het hulpstuk voor het malen van vlees, maar voordat de bevestigingsmoer gemonteerd wordt, moet nog eerst het
worstvulhulpstuk gemonteerd worden.
Sapcentrifuge-hulpstuk (X)
Sluit de behuizing van het hulpstuk op de montagedoos aan en steek de boor voor het slijpen in het lichaam.
Plaats het fi lter in de dop van het sapcentrifuge-hulpstuk en vervolgens de conische boor. Bevestig de dop aan de behuizing van
het hulpstuk en zet het met de moer vast.
Het tomatenknijper-hulpstuk heeft positioneerpennen die op de uitsparingen aan de voorkant van het hulpstuk moeten slaan.
Draai de stelschroef aan de voorkant van het opzetstuk in, maar draai deze niet helemaal vast.
Plaats de kop op de bovenkant van het opzetstuk om spatten van het sap tijdens het persen te voorkomen.
Het sap zal door de kleine gaatjes in het opzetstuk geperst worden, dus u dient tijdens het gebruik een schaal met een dergelijke
diameter te plaatsen dat het sap niet bespat wordt.
Uit het voorste gat van het opzetstuk zal het uitgeknepen vruchtvlees komen. De mate van schroefverstrakking moet zodanig ge-
selecteerd worden door de persresultaten te observeren. De binnenkant van het hulpstuk mag niet door sap en pulp geblokkeerd
worden. Te veel opeenhoping van sap binnen het hulpstuk kan tot overstroming van de aandrijving leiden, wat het product kan
beschadigen en elektrische schokken kan veroorzaken.
Als de pulp die uit het gat komt te droog is, dient de schroef enigszins losgemaakt worden. Hiermee wordt voorkomen dat het
hulpstuk geblokkeerd wordt. Vruchten met een hoger sapgehalte moeten met een sterker geschroefd samengeknepen worden.
Vruchten die minder sappig zijn, moeten met minder geschroefd geperst worden.
O O R S P R O N K E L I J K E
I N S T R U C T I E S
58