Geleiderail En Zaagketting - AL-KO BKS 35/35 II Instrucciones De Uso

BKS 35 / 40 II
Montage
Onderdeeloverzicht (A)
1 Geleiderail
2 Zaagketting
3 Vonkenrooster
4 Kettingremhendel/handbe-
scherming
5 Beugelgreep
6 Startgreep
7 Stopschakelaar
8 Veiligheidsvergrendeling
Let op!
Bij alle montagewerkzaamheden:
Motor uitschakelen
„
Bougiedop lostrekken
„
Draag veiligheidshandschoenen.
„

Geleiderail en zaagketting

1. Kettingrem lossen Trek daarvoor de
handbescherming richting beugelgreep (G).
2. De railbevestigingsmoeren (B/1) met
de meegeleverde schroevendraaien-/
sleutelcombinatie losdraaien.
3. Neem afdekking los.
4. Plaats de geleiderail op de beide geleidebouten
(C/1) en schuif de geleiderail in de richting van
het kettingwiel (C/2).
5. Leg zaagketting om de geleidingsster van de
geleiderail (D/1) en in de groef van de geleiderail.
Trek daarbij de zaagketting iets in pijlrichting (D/2).
Let op de looprichting van de zaagketting (E).
De snijkanten aan de bovenzijde van de geleiderail
moeten in de richting van het uiteinde van de rail
wijzen.
6. Geleid de zaagketting over de kettingvanger.
De zaagketting hangt aan de onderzijde van de
geleiderail iets door.
470 009_d
9 Gashefboom
10 Brandstoftankdop
11 Olietankdop
12 Ventilatorbehuizing
13 Aanslagklauw
14 Kettingspanbout
15 Kettingvanger
16 Railbevestigingsmoer
7.
8.
9.
10.
11.
Gebruik de machine alleen in volledig gemonteerd
toestand.
Controle van de kettingspanning
Controleer de kettingspanning zo vaak mogelijk.
De zaagketting is correct gespannen als deze:
tegen de onderkant van de geleiderail aanligt
„
in het midden van de geleiderail ca. 3 – 4 mm
„
opgetild kan worden
eenvoudig met de hand doorgetrokken kan worden
„
Bij bedrijfstemperatuur wordt de zaagketting langer en
gaat deze doorhangen.
17 Achterste greep/laarsbeugel
18 Brandstofpomp (primer)
19 Smoorklephendel (choke)
20 Luchtfilterdeksel
21 Bougie
22 Bescherming uitlaat
23 Kettingbescherming
Neem afdekking los. Let er op dat de
kettingspanhaak aangrijpt in de geleiderail. Trek
eventueel de geleiderail naar voren, tot de haak
aangrijpt.
Draai de railbevestigingsmoeren handvast aan.
Trek ter controle de zaagketting met de hand iets
door, zodat deze correct op het kettingwiel en in
de geleiderail ligt.
Draai de kettingspanbout naar rechts, tot de
zaagketting aanligt tegen de onderkant van de
rail (F).
Draai de railbevestigingsmoeren stevig vast.
Let op!
NL
29