11. CHOKE op "HALF"
12. Startkabel vlug uittrekken, tot de motor start.
13. Motor ongeveer 10 seconden laten warmlopen, dan
de gashendel (15/1) indrukken en loslaten. De
motor draait op leegloop.
14. CHOKE op "Bedrijf"
4.1.2
Warme start
1.
Rode stopschakelaar op "I" stellen.
2.
CHOKE op "HALF"
3.
Knop (11/1) van de primer 10 keer indrukken, met
een interval van ongeveer 2 seconden.
4.
Gashendelvergrendeling
ingedrukt houden.
5.
Gashendel (12/2) indrukken en ingedrukt houden.
6.
Gashendelvergrendeling (12/1) nu volledig naar
omlaag duwen.
7.
Eerst
de
gashendel
gashendelvergrendeling (12/1) loslaten. Gashendel
en gashendelvergrendeling zijn vergrendeld.
8.
Veilige positie innemen en motorzaag zodanig op de
grond plaatsen dat het zaagblad vrij staat.
stellen.
stellen.
stellen.
(12/1)
indrukken
(12/2)
en
dan
9.
Rechter voetuiteinde in de achterste handgreep
plaatsen.
10. Startkabel vlug uittrekken, tot de motor start.
11. CHOKE op "Bedrijf"
12. Gashendel (15/1) indrukken en loslaten. De motor
draait op leegloop.
4.1.3
Motor uitschakelen
1.
Rode stopschakelaar op "STOP" stellen.
4.1.4
Kettingrem controleren
Voor elk werkbegin de functie van de kettingrem
controleren.
1.
De motorzaag op de grond plaatsen en starten.
2.
De motorzaag veilig en vast tegen de draagbeugel
en de handgreep houden.
3.
Motor met een gemiddeld toerental laten lopen.
4.
Met de handrug de handbeschermer (17/1) naar
voren duwen. De zaagketting moet onmiddellijk tot
stilstand komen.
5.
Motor onmiddellijk op leegloop laten draaien en
kettingrem loszetten.
Als de zaagketting niet onmiddellijk tot stilstand
komt, mag de motorzaag niet gebruikt worden.
De motorzaag in een klantendienst laten
controleren.
5
Onderhoud en instandhouding
Bij
alle
werkzaamheden aan de motorzaag:
motor uitschakelen en een beetje laten
−
afkoelen
bougiestekker uittrekken
−
veiligheidshandschoenen dragen.
−
5.1
Zaagketting slijpen
en
Voor de onervaren gebruiker van motorzagen
wordt aangeraden, de zaagketting door een
vakman van de overeenkomstige klantendienst
te laten scherpen.
de
NL 7
stellen.
onderhouds-
en
instandhoudings-