Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing
- Een identiek laadniveau hebben, (dezelfde spanning op hun pool) bij het aanvangen van het laden.
- Dezelfde capaciteit hebben
- Dezelfde technologische eigenschappen hebben.
- Gefabriceerd zijn door dezelfde fabrikant.
- Op hetzelfde moment in gebruik genomen zijn, en hun volledige levensduur onder dezelfde omstandigheden
gebruikt zijn en dus in een identieke staat zijn.
• Als meerdere accu's die niet aan de bovengenoemde voorwaarden voldoen toch samen worden opgeladen zal de accu :
- die over de minste spanning beschikt,
- die de zwakste capaciteit heeft,
- die het meest recent is,
het risico lopen beschadigingen op te lopen of te exploderen voordat de lader alle accu's zal hebben opgeladen.
• Vermijd seriële en parallel aansluitingen.
• In het geval van in serie aangesloten accu's moet u tijdens het laden regelmatig controleren of de spanningsni-
veau's van alle accu's gelijk zijn.
Als één van de accu's een ander spanningsniveau heeft als de andere accu's is het beter om deze ene accu apart
op te laden, om zo het opladen van de andere accu's zo evenwichtig mogelijk te laten verlopen.
• Wanneer u accu's in serie oplaadt met de Multicharge CT 48 (bijvoorbeeld voeding op stationaire accu's, trac-
tie-accu's, 24 V vrachtwagen accu's samengesteld uit 2 12 V accu's...), is het noodzakelijk om alle accu's tegelijk
te vervangen door nieuwe en identieke accu's zodra één van de accu's beschadigd is.
De nullastspanning van deze oplader kan, afhankelijk van de laadstand, hoog zijn.
Waarschuwing : de uiteinden van de klemmen staan onder spanning, raak deze nooit aan wanneer het
apparaat aanstaat. Speciale waarschuwing voor dragers van een pacemaker.
Verwijder de doppen van de accu's (als deze doppen hebben) en verzekert u zich ervan dat het niveau van
de vloeistof of gel voldoende is. Als dit niet het geval is moet u gedemineraliseerd water toevoegen, en
zorgvuldig de accupolen en de accuklemmen reinigen.
Het opladen van een accu
1. Zet de laad-schakelaar van het apparaat op «OFF».
2. Koppel de klemmen aan op de polen van de accu, en verzekert u zich ervan dat er een goed contact is. Respec-
teer de volgende volgorde :
- Sluit eerst de rode klem aan op de + pool van de accu.
- Koppel vervolgens de zwarte klem aan op het chassis van het voertuig, zo ver als mogelijk van het brandstofcir-
cuit (om zo ieder mogelijk risico op explosiegevaar te vermijden) of aan de negatieve pool van de accu.
3. Sluit het netsnoer aan op de netspanning (230 V - 50/60 Hz).
4. Kies de uitgangsspanning met betrekking tot de op te laden accu('s).
5. Kies de laadsnelheid en de module
Keuze van de
uitgaande
1
spanning
12V
20 A
24V
20 A
36V
19 A
48V
15 A
*
In de positie «boost» kunnen de thermische beveiligingen van de lader zich in werking stellen, en het opladen onderbreken. De positie «boost» is
dus bestemd voor het snel maar niet volledig opladen van de accu (bijvoorbeeld om een voertuig op te laten starten).
Gebruiksadvies voor een diep ontladen accu (onbelaste spanning <10,5 V voor een 12V-batterij)
1. Kies een snelle laadstand (5 of 6).
2. Ga regelmatig terug naar een lagere stand (wanneer de waarde van de stroom dichtbij 0 A komt).
3. Herhaal dit tot de uiteindelijke 1-stand.
Toezicht en einde van het laden
- Ampèremeter en voltmeter geven de stroom en de uitgangsspanning van de CT 48. Dit zijn laadindicatoren. Het
laden kan onderbroken worden wanneer de stroom een waarde dichtbij 0 bereikt.
- Laat het apparaat niet langer dan 24 uur aangesloten op een accu.
- Wanneer het laden is beëindigd, handel dan als volgt, in deze volgorde : zet de schakelaar van de laadsnelheid op
«OFF» en koppel vervolgens de lader van de netspanning af. Koppel dan de klemmen van de (-) pool af en koppel
als laatste de klemmen van de (+) pool van de accu af.
MULTICHARGE CT 48
normaal of
boost* volgens onderstaande tabel :
Keuze van de laadsnelheid
2
3
24 A
25 A
22 A
24 A
22 A
24 A
17 A
18 A
4
5
28 A
29 A
26 A
29 A
26 A
28 A
20 A
22 A
NL
6
32 A
32 A
30 A
24 A
35