Bediening Van Het Apparaat - Continental ContiPressureCheck Manual De Instrucciones

Ocultar thumbs Ver también para ContiPressureCheck:
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 27
Protocolbestanden
De protocolbestanden die bij het werk met het handleesapparaat worden gegenereerd,
zijn opgeslagen in het register "REPORT" op de SD-geheugenkaart (Zie Registerstructuur).
Om de individuele protocolbestanden te kunnen identificeren, wordt automatisch een
eenduidige naam toegewezen. Deze wordt als volgt samengesteld:
Kenletter voor de uitgevoerde menu-
Voertuignaam
functie
T= Testrit / D = DTC / I = Installatie / V =
Max. 19 karakters
„Alle banden contr."
* Serienr. en volgnr. verschijnen alleen wanneer in het menu Instellingen - Apparaatinstelling -
Gebruik datum het gebruik van de datum/uurtijd gedeactiveerd is.
Voor de analyse van de protocolbestanden wordt een softwarepro-
gramma aangeboden (zie www.contipressurecheck.com).

Bediening van het apparaat

Om met de bandensensoren te kunnen communiceren, is het handleesapparaat van
een antenne voorzien. Hierna wordt de werkwijze voor de communicatie beschreven,
zoals die in alle menu's wordt gebruikt.
Houd de antenne altijd in de richting van de sensor om de best moge-
lijke communicatie te garanderen.
Werd bij de instellingen toon en/of vibratie ingeschakeld, dan wordt na
een geslaagde uitlezing een desbetreff end signaal afgegeven.
Het uitleesproces vindt in 3 stappen plaats met een toenemend zend-
vermogen. Is in die tijd geen communicatie mogelijk, dan wordt het
proces afgebroken.
CPC-handleesapparaat
BESTANDSNAAM
Datum
(Serienr.)
JJJJMMDD
(XXXXXX)
Uurtijd
(Volgnr.)
*
*
hhmmss
(ZZZZ)
*
*
89

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido