Montage in dompelbuizen
Sensordompelbuizen worden het best in T-stukken met een hoek van 45° of 90° inge-
bouwd. De punt van de dompelbuis wijst tegen de stroomrichting in en is in het midden
van de stroming geplaatst.
Sensor alleen gebruiken met toegelaten dompelbuizen!
Temperatuursensor tot aan de aanslag in de dompelhuls invoeren.
Temperatuursensor of afstandhouder vastzetten. Daarbij de vastzetschroef enkel met de
hand aandraaien.
!
Bij de inbouw in dompelbuizen moeten de sensoren tot op de bodem van de
dompelbuizen worden geschoven en vervolgens worden bevestigd.
Aansluiting temperatuursensor aan rekenwerk
Bij gebruik van 2-aderige sensoren: De sensor in het warmere gedeelte (T
klemmen 5 en 6 aangesloten, de sensor in het koudere gedeelte (T
8. Bruggen zijn niet nodig.
Als er externe temperatuursensorparen in 4-aderige uitvoering worden gebruikt, moet
men op de toewijzing van de aansluitklemmen letten. – De sensor die in het warmere
gedeelte zit, wordt aan klemmen 1, 5, 6, 2 gemonteerd. – De sensor in het koudere
gedeelte wordt aan klemmen 3, 7 , 8 en 4 gemonteerd. – Duw de sensorkabel in de
trekontlastingsrail.
Aansluiting van het volumemeetgedeelte
!
Volumemeetgedeelte en rekenwerk moeten dezelfde pulswaarde hebben.
De impulsuitgang van het volumemeetgedeelte aan klem 10 (pulsingang) (open collec-
tor-volume puls) en 11 (-) (ground) van het rekenwerk aansluiten.
Uitbreidingsmodule
Het rekenwerk heeft twee sloten voor uitbreidingsmodules. Deze modules hebben geen
invloed op de verbruiksregistratie en kunnen zonder beïnvloeding van de ijkingsmarkerin-
gen achteraf worden aangebracht.
Het rekenwerk beschikt over een automatische herkenning en weergave van welke modu-
le in welk slot (poort) is geplaatst.
Montage van de module
Zijdelingse klemmen neerklappen om het rekenwerk te openen.
1
Module in het geschikte slot plaatsen.
2
De lintkabel aan beide zijden voorzichtig insteken.
3
Deksel sluiten.
4
Bedientoets indrukken om de werking van de meter te controleren.
5
Behuizingsdeksel verzegelen.
6
) wordt op
H
) op klemmen 7 en
C
51