7. ONDERHOUDSSCHEMA
DAGELIJKS
IEDERE
50 UUR
IEDERE
100 UUR
IEDERE
200 UUR
IEDERE
500 UUR
IEDERE
1.000 UUR
(24 MAANDEN)
OPMERKING : (*)
■ De olie dient voor de eerste keer te worden ververst na twintig (20) uur gebruik. Daarna dient olie verversen
elke 100 uur plaats te vinden.
■ Voordat de olie wordt ververst, moet een geschikte manier worden gevonden om de afgewerkte olie weg te
gooien. Gooi deze niet in de afvoer, in de tuin of in open water.
Uw plaatselijke bestemmings- of milieuregels geven hieromtrent gedetailleerde instructies.
■ Controleer oliepeil
■ Controleer alle componenten, aangegeven in "CONTROLES VOOR HET IN
WERKING STELLEN"
■ Was het fi lterelement - vaker als dit in een vuile of stoffi ge omgeving wordt
gebruikt.
■ Controleer de bougie, reinig indien noodzakelijk.
■ Vervang de motorolie * - vaker als de motor in een vuile of stoffi ge
omgeving wordt gebruikt.
■ Maak de vonkenvanger schoon.
■ Stel de afstand van de bougie-elektroden in.
■ Maak het brandstoffi lter schoon.
■ Vervang bougie en fi lterelement.
■ Reinig carburateur, kleppenspeling, klepzitting en cilinderkop en stel
opnieuw af.
■ Controleer en, indien nodig, vervang de koolborstels.
■ Controleer de onderdelen van het bedieningspaneel.
■ Controleer de rotor en de starter.
■ Vervang het rubberen montageblok van de motor.
■ Geef de motor een onderhoudsbeurt.
■ Vervang de brandstofl eiding.
EN
FR
DE
NL
ES
IT
PT
GR
NO
SE
FI
DK
RU
13