Installatie; Put Met Één Pomp En Een Ciu-Unit; Put Met Twee Of Meer Pompen En Een Ciu-Unit; Vervanging Van De Pomp - Grundfos IO Instrucciones De Instalación Y Funcionamiento

4. Installatie

Neem contact op met Grundfos voor
N.B.
meer informatie over het installeren van
systemen in de meerput-modus.
Waarschuwing
Voordat u begint met installeren, dient
u er zeker van te zijn dat de voe-
dingspanning naar de pomp is uitge-
schakeld en niet per ongeluk kan wor-
den ingeschakeld.
De installatieprocedure hangt af van het aantal te
installeren pompen, d.w.z. één of meer pompen.
Hierna worden alleen systemen met één CIU-unit
beschreven.
Om te zorgen voor een gemakkelijke en correcte
installatie raden we u aan om de onderstaande
installatievolgorde zorgvuldig aan te houden.
4.1 Put met één pomp en een CIU-unit
1. Installeer de pomp in de put.
2. Installeer de CIU-unit.
Zie de installatie- en bedieningsinstructies voor
de CIU-unit.
De GENIbus-verbinding wordt niet
Voorzichtig
gebruikt bij deze toepassing.
3. Sluit alle relevante aders aan op de IO-module.
Zie paragraaf 5. IO-module.
4. Sluit alle relevante aders aan op de CIM-module,
indien geplaatst.
Zie de installatie- en bedieningsinstructies voor
de relevante CIM-module.
5. Schakel de voedingspanning naar de CIU-unit en
de pomp in. De CIU-unit brengt automatisch een
verbinding met de pomp tot stand.
6. Controleer met behulp van de Grundfos R100
afstandsbediening dat de CIU-unit met de pomp
communiceert.
Zie paragraaf 6.1.1 CIU-unit en pompstatus.

4.2 Put met twee of meer pompen en een CIU-unit

1. Installeer de pompen in de put.
2. Installeer de CIU-unit.
Zie de installatie- en bedieningsinstructies voor
de CIU-unit.
De GENIbus-verbinding wordt niet
Voorzichtig
gebruikt bij deze toepassing.
3. Sluit alle relevante aders aan op de IO-module.
Zie paragraaf 5. IO-module.
4. Sluit alle relevante aders aan op de CIM-module,
indien geplaatst.
Zie de installatie- en bedieningsinstructies voor
de relevante CIM-module.
5. Schakel de voedingspanning naar de CIU-unit en
pomp 1 in. De CIU-unit brengt automatisch een
verbinding met de pomp tot stand.
6. Controleer met behulp van de Grundfos R100
afstandsbediening dat de CIU-unit met pomp 1
communiceert.
Zie paragraaf 6.1.1 CIU-unit en pompstatus.
7. Schakel de voedingspanning naar pomp 2 in.
8. Controleer met de R100 dat de CIU-unit met
pomp 2 communiceert.
Zie paragraaf 6.1.1 CIU-unit en pompstatus.
9. Herhaal punten 7 en 8 tot alle pompen ingscha-
keld zijn.

4.3 Vervanging van de pomp

1. Schakel de voedingspanning naar het systeem
uit.
2. Vervang de pomp.
3. Schakel de voedingspanning naar het systeem
in.
4. Maak verbinding met de pomp via de R100 en
reset alle adressen.
Zie paragraaf 6.4.6 Systeem zelf-configuratie.
5. Stel nieuwe adressen in met de R100.
Zie paragraaf 4.2 Put met twee of meer pompen
en een CIU-unit

4.4 Het verwijderen van een pomp voor service

1. Schakel de voedingspanning naar het systeem
uit.
2. Verwijder de pomp.
3. Schakel de voedingspanning naar het systeem
in.
4. Maak verbinding met de pomp via de R100 en
reset alle adressen.
Zie paragraaf 6.4.6 Systeem zelf-configuratie.
5. Stel nieuwe adressen in met de R100.
Zie paragraaf 4.2 Put met twee of meer pompen
en een CIU-unit
Wanneer een pomp uit het systeem
wordt verwijderd, dan verschijnt waar-
N.B.
schuwing of alarm "Comm. storing,
pomp".

4.5 EMC-correcte installatie

Voor een correcte en stabiele werking is het belang-
rijk om onderstaande richtlijnen op te volgen.
Grundfos aanbevelingen
Gebruik alleen afgeschermde signaalkabels voor alle
in- en uitgangen.
Isolerend plastic tape tussen afscher-
ming en omhulsel dient te worden ver-
N.B.
wijderd voordat de kabel in de aardklem
wordt gemonteerd.
Zorg dat de uiteinden van de afscher-
ming niet gedraaid zijn, aangezien dat
N.B.
het afschermingseffect teniet zal doen
bij hoge frequenties.
311