NL
ALU 150/250
4.4
Ophangelementen
Ophangelementen, zie afbeelding 15. Bevestig de rail aan plafondbalken,
muurconsole e.d. met de montagebeugels. De afstand tussen de beugels mag
maximaal 5,0 m bedragen. Gebruik bevestigingsbouten en moeren die geschikt
zijn voor de last en het materiaal van de wand of het plafond.
Horizontale en verticale bevestigingskracht / montage beugel = 3200 N.
4.5
Rubberen afdichting
Zie afbeelding 16. Controleer of de rubberen afdichting de bodem van de rail
raakt.
Zie afbeelding 17. 45° als een terugkeerrail is bevestigd. Zet de rubberen
afdichting met schroeven vast.
4.6
Keuze van de ventilator
Zie afbeelding 18. Ventilatoren zijn niet in het basispakket inbegrepen. Voor
de beste resultaten wordt één ventilator per afzuigrail aanbevolen. Ook kunnen
verschillende railen worden aangesloten op één centrale ventilator.
Om onderdruk in het leidingsysteem te verkrijgen en uitlaatlekken te
voorkomen, moet de ventilator zo dicht mogelijk bij de leidinguitgang van de
garage worden geplaatst.
Neem contact op met uw Nederman dealer voor advies met betrekking tot de
keuze van de ventilator.
LET OP!
elektrische systeem met de ventilator.
4.7
Afzuiginstallatie
Zie afbeelding 19. Gebruik een geschikt heftoestel voor de afzuiginstallatie.
4.8
Afsluitdeksel aan rechte rail
Zie afbeelding 20. Afsluitdeksel aan rechte rail (niet terugkeerrail).
4.9
Instellen van het mondstukmechanisme
Zie afbeelding 21.
Uitoefenen van druk
•
Vergroot de druk door de moer (1) met de wijzers van de klok mee te
draaien.
•
Verklein de druk door de moer (1) tegen de wijzers van de klok in te
draaien.
Ruimte tussen de klemstukken
Stel de ruimte in door middel van de schroef (2).
60
Een vergrendelbare veiligheidsschakelaar is aanbevolen voor het