4.2 Algemene instructies
Met het oog op het transport wordt de motorsproeier gedeeltelijk gedemonteerd geleverd. Voor de
eerste ingebruikname moet de sproeier in elkaar worden gezet. De motorsproeier mag uitsluitend in
volledig gemonteerde toestand in gebruik worden genomen.
Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig voor de eerste ingebruikname en bewaar ze op een
veilige plaats. Nieuwe gebruikers moeten zich laten opleiden door de verkoper of door een vakman.
De gebruiker is in de werkomgeving van de motorsproeier verantwoordelijk tegenover derden.
Werk enkel als u zich lichamelijk goed voelt. Ook vermoeidheid of ziekte leidt tot onoplettendheid.
Voer alle werken rustig en bedachtzaam uit.
x
Werk nooit als u onder invloed bent van alcohol of drugs.
x
De luchtstraal heeft een zeer hoge uitgangssnelheid en mag nooit op personen en dieren worden
gericht.
4.3 Persoonlijke beschermuitrusting voor uw veiligheid
Draag bij het gebruik van deze machine de reglementaire kleding en veiligheidsuitrusting.
x
Draag aangepaste veiligheidskleding die het volledige lichaam beschermt (handbescherming,
hoofdbescherming, voetbescherming, lichaamsbescherming - b.v. rubberschorten, evt.
ademhalingsbescherming). De kleding moet praktisch zijn, d.w.z. nauwsluitend, maar niet hinderlijk.
Draag geen sjaal, das, sieraden noch kledingsstukken die achter struikgewas of de takken kunnen
blijven haken.
x
Draag stevige schoenen met profielzolen - idealiter veiligheidsschoenen.
Draag veiligheidshandschoenen met slipvrij handvlak.
Gebruik persoonlijke oorbeschermers (bijv. gehoorbescherming, dopjes, watte, enz.) en
oogbescherming (b.v. veiligheidsbril) als bescherming tegen sproeimiddelen en tegen voorwerpen
die omhoog worden geslingerd.
Als sproeimiddelen worden gebruikt die gevaarlijk zijn voor de gezondheid, moet een
ademhalingsmasker worden gedragen om vergiftiging te vermijden.
Werkkleding die doorweekt is van sproeimiddelen of brandstof moet u onmiddellijk vervangen.
De ongevalpreventievoorschriften van de bevoegde beroepsverenigingen moeten worden opgevolgd.
4.4 Milieubescherming
Let op uw omgeving
x
Let op dieren die zich in de werkzone kunnen ophouden!
x
Bedenk dat ook lawaai een belasting voor het milieu inhoudt. Hou de eventuele rusttijden in acht (deze
kunnen lokaal verschillend zijn)!
4.5 Werkinstructies
x
Zodra de motor draait, produceert de machine giftige uitlaatgassen, die onzichtbaar en reukloos
kunnen zijn. Start de machine nooit in gesloten ruimten. Zorg in nauwe omstandigheden, in kuilen of in
greppels tijdens het werk altijd voor voldoende luchtverversing.
x
In een cirkel van 15 m mogen er zich geen andere personen ophouden. Let vooral op kinderen en
dieren. Deeltjes die door de luchtstraal worden meegesleurd, kunnen op hindernissen afketsen en
omstanders verwonden.
x
Werk nooit op een onstabiele ondergrond. Door het grotere struikelrisico dient u goed op te letten voor
hindernissen zoals boomstronken, wortels, greppels e.d.
x
Wees extra voorzichtig als u op een helling werkt.
x
Raak de hete uitlaat nooit aan.
All manuals and user guides at all-guides.com
Veiligheidsvoorschriften
NEDERLANDS 5