Controle Werking Automatische Omkeerinrichting Se2 - Se3; Controle Afstelling Veiligheids- Of Bypass-Klep - DAB PUMPS 1-2-3 K 55/200 T Manual Del Usuario

t)
Koppel de stroomtoevoer af door de hoofdschakelaar op "0" te zetten, open het schakelpaneel
en:
1) Open, bij de groepen met twee (of drie) pompen de verbinding tussen XC1 en XC2 en
sluit ze weer aan op de automatische omkeerinrichting SE2 (of SE3).
2) Zet alle eerder op nul gezette timers TP1 TP2 TP3 voor geforceerd bedrijf van iedere
pomp op de gewenste instelling.
3) Sluit het schakelpaneel en geef spanning door de hoofdschakelaar op "1" te zetten.
u)
Controleer of alle schakelaars AUT-0-MAN van de hoofdpompen en van de eventuele
compensatiepomp weer op "AUT" zijn gezet.
v)
Alle eventueel eerder gesloten afsluitkleppen weer volledig openen.
(*) Door de toevoer slechts gedeeltelijk te openen, zal de druk in de installatie langzaam en geleidelijk afnemen zodat
een meer nauwkeurige aflezing van de manometer mogelijk is op het moment dat de drukschakelaar wordt gesloten.
(**) Wanneer de werkende elektropomp de installatie te snel weer onder druk zet, de afsluitklep op de toevoer van de
pomp gedeeltelijk sluiten. Op die manier zal de druk langzaam en geleidelijk toenemen, zodat een meer nauwkeurige
aflezing van de manometer mogelijk is op het moment dat de drukschakelaar wordt geopend.
5.10. CONTROLE WERKING AUTOMATISCHE OMKEERINRICHTING SE2 (VOOR GROEPEN VAN TWEE POMPEN)
SE3 (VOOR GROEPEN VAN DRIE POMPEN).
a) Zet de schakelaar AUT-0-MAN van de eventueel aanwezige compensatiepomp op 0, aangezien deze pomp niet
ondergeschikt is aan de automatische omkeerinrichting.
b) Zet de schakelaar AUT-0-MAN van de pomp nr. 1 op AUT en de schakelaar van de pomp nr. 2 (en nr. 3 voor groepen
van drie pompen) op 0.
c) Draai de afgifte in de toevoerleiding gedeeltelijk open en wacht tot de drukschakelaar nr. 1 aanzet tot de start van
pomp nr. 1.
d) Sluit de afgifte.
e) Zet de schakelaar AUT-0-MAN van de pomp nr. 2 op AUT en de schakelaar van de pomp nr. 1 (en nr. 3 voor groepen
van drie pompen) op 0.
f) Draai de afgifte in de toevoerleiding gedeeltelijk open en controleer of in dit tweede geval, op de begindruk van de
pomp nr. 1, de automatische omkeerinrichting SE2 ( of SE3 voor groepen van drie pompen ) de pomp nr. 2 laat starten.
g) Sluit de afgifte.
h) Bij groepen van drie pompen, tot slot de schakelaar AUT-0-MAN van de pomp nr. 3 op AUT zetten en de schakelaars
van de pompen nr. 1 en nr. 2 op 0.
i) Draai de afgifte in de toevoerleiding gedeeltelijk open en controleer of in dit geval, op de begindruk van de pomp nr.
1, de automatische omkeerinrichting SE3 de pomp nr. 3 laat starten.
l) Sluit de afgifte.
Na afloop van bovengenoemde controle:
Zet alle schakelaars AUT-0-MAN van de hoofdpompen en van de eventuele
compensatiepomp op AUT.
Om daarentegen de werking IN CASCADE te testen, de afgifte van alle pompen volledig openen om de druk onder de
begindruk van de tweede pomp (voor groepen met twee pompen) of van de derde pomp (voor groepen van drie pompen) te
doen zakken. In dit geval starten alle pompen van de groep de een na de ander, met circa 0,4 seconden ertussen.
5.11.

CONTROLE AFSTELLING VEILIGHEIDS- OF BYPASS-KLEP

Deze klep is, indien aanwezig, op de toevoercollector van de pompgroepen gemonteerd en is verbonden met de
aanzuigcollector of met een afvoer.
Wanneer er een afvoer is gemonteerd, de afvoer naar een geschikte plaats wegleiden.
NEDERLANDS
45