3
GEBRUIK EN ONDERHOUD
3.1
VOORAFGAANDE CONTROLES
VOOR DE INSCHAKELING
Alvorens de ketel in werking te stellen
moet u zich aan de volgende aanwijzin-
gen houden:
- De installatie waar de ketel op aan-
gesloten is moet bij voorkeur over
een systeem met een expansievat
van het open type beschikken (fig.
10).
- De pijp waarmee de ketel op het ex-
pansievat aangesloten is moet een
diameter hebben die aan de geldende
voorschriften voldoet.
- De verwarmingspomp moet als de
ketel in werking is altijd in werking
zijn.
- De werking van de pomp mag nooit
door een eventuele kamerthermo-
staat onderbroken worden.
- Als de installatie uitgerust is met een
3- of 4-weg mengklep moet deze al-
tijd in de geopende stand naar de in-
stallatie toe staan.
58
All manuals and user guides at all-guides.com
- Controleer of de trekregelaar goed
functioneert en of er geen belem-
meringen zijn waardoor de automa-
tische werking van de luchtinlaatklep
geblokkeerd wordt.
3.2
REINIGING
De reiniging moet met een bepaalde re-
gelmaat uitgevoerd worden waarbij niet
alleen de rookgasdoorvoeren gereinigd
moeten worden maar ook de aslade ge-
reinigd moet worden waarbij de as die
in de asvergaarbak zit verwijderd moet
worden.
Om de rookgasdoorvoeren te reinigen
moet een speciale borstel (fig. 11) gebru-
ikt worden.
3.3
ONDERHOUD
Voer geen onderhouds-, demontage- en
verwijderingswerkzaamheden uit voor-
dat de ketel eerst goed afgetapt is. Het
aftappen mag niet bij hoge watertempe-
raturen gedaan worden.
LET OP: De veiligheidsklep van de in-
stallatie moet één door een vakman na-
gekeken worden in overeenstemming
met de wetten van het land van de di-
stributie en instructies voor het gebruik
van de veiligheidsklep.
Als de installatie volledig geleegd wordt
en lange tijd niet gebruikt wordt is het
verplicht om de veiligheidsklep na te la-
ten kijken.
In geval van storingen aan de veili-
gheidsklep en als het niet mogelijk is
om de klep opnieuw in te stellen moet
de klep door een nieuwe van 1/2", die
ingesteld is op 3 bar en die in overe-
enstemming is met de PED-Richtlijn
2014/68/UE vervangen worden.
Fig. 11