REVELL MAD MACHINE 24515 Manual Del Usuario página 18

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 21
1. voorBereIDINgeN voor De STArT:
Zet het voertuig op de grond, met de achterkant naar u toe gericht. Verbind de kabels van
de accu en de motor in het voertuig met elkaar (afb. 1). Let op dat vóór het starten de trim-
regelaars voor snelheid en besturing (TH. TRIM en ST. TRIM) in de middelste stand staan.
Houd bij het inschakelen de juiste volgorde aan: De trimregelaar snelheid in het
midden zetten. Zet de ON/OFF-schakelaar op de afstandsbediening in de stand "ON" (afb. 2).
Beide power-lampjes op de afstandsbediening branden bij volledig opgeladen status rood
en groen (afb. 3). Zet vervolgens de ON/OFF-schakelaar op het voertuig in de stand "ON"
(afb. 4). Twee geluidssignalen geven aan: het voertuig is klaar voor gebruik.
Let goed op: bij het uitschakelen van het voertuig en de afstandsbediening moet eerst de
ON/OFF-schakelaar aan de zijkant van het voertuig op "OFF" worden gezet (verg. afb. 4). Zet
pas daarna ook de ON/OFF-schakelaar van de afstandsbediening op "OFF" (verg. afb. 2).
Als u dit niet doet, kan onbedoeld een rijopdracht worden gegeven waardoor het voertuig
vanzelf wegrijdt en aanzienlijke schade kan veroorzaken.
Trek de antennekabel door de antennehouder en zet deze aan het einde vast met de rub-
beren dop (afb. 5). Snij echter de rest van de antennekabel niet af!
2. TrIMMeN vAN SNeLHeID eN BeSTurINg:
Goed trimmen is de basisvoorwaarde voor een probleemloos rijgedrag van het voertuig. Het instellen is eenvoudig, maar vergt enig geduld en gevoel. Volg de aanwijzingen nauwkeurig op:
Wanneer het voertuig zonder
aanraken van de snelheidsregelaar
vooruit of achteruit rijdt...
Als het voertuig zonder aanraking van de snelheidsregelaar
vooruit of achteruit rijdt, draai dan net zolang de trimregelaar
voor de snelheid (TH. TRIM) in de tegengestelde richting, totdat
het voertuig uit zichzelf tot stilstand komt.
3. voerTuIgBeSTurINg:
vooruit rijden
Trek de snelheidsregelaar voorzichtig in om te starten en naar voren
te rijden. Trek de snelheidsregelaar voorzichtig nog verder in om
sneller te rijden.
Draai het stuurwiel naar links (als het voertuig met de achterkant
naar u toe wijst) om een bocht naar links te maken.
Tip: met de omkeerschakelaars
voor de snelheidsregelaar (TH) en
de besturing (ST) kan de werking
van de betreffende regelaar worden
omgekeerd. Verander de instellingen
alleen als het voertuig en de afstands-
bediening uitgeschakeld zijn.
18
rijden met het voertuig
Afb. 1
Als de wielen van het voertuig zonder sturen naar links of rechts wijzen, draai
dan de trimregelaar voor de besturing (ST. TRIM) net zolang in de tegengestelde
richting, totdat de wielen recht staan en het voertuig rechtuit rijdt. Het trimmen
kan het beste worden uitgevoerd als het voertuig langzaam rijdt.
remmen en achteruit rijden
Schuif de snelheidsregelaar voorzichtig naar voren om te remmen, totdat het
voertuig stilstaat of afremt. Schuif de snelheidsregelaar nogmaals naar voren
om achteruit te rijden.
Draai het stuurwiel naar rechts (als het voertuig met de achterkant
naar u toe wijst) om een bocht naar rechts te maken.
Afb. 2
Afb. 4
Wanneer de wielen van het
voertuig zonder sturen naar links
of rechts wijzen...
Afb. 3
Afb. 5

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido