sprakelijk kunnen worden gesteld voor defecten die het
gevolg zijn van niet door de fabrikant uitgevoerde reparaties.
9.1 Onderhoudsvoorschriften
• Na het opnieuw wikkelen van de transformator of de
smoorspoelen moet het lasapparaat de aangelegde-span-
ningstest doorstaan overeenkomstig de aanwijzingen in
tabel 2 van 6.1.3 van de norm EN 60974.1 (CEI 26.13). De
overeenstemming moet worden geverifieerd zoals aangege-
ven in 6.1.3.
• Als geen herwikkeling is uitgevoerd, moet een lasapparaat
dat gereinigd is en/of gereviseerd een aangelegde-span-
ningstest doorstaan, waarbij de spanningswaarden 50%
bedragen van de waarden vermeld in tabel 2 van 6.1.3. De
overeenstemming moet worden geverifieerd zoals aangege-
ven in 6.1.3.
• Na herwikkeling en/of vervanging mag de openboogspan-
ning de waarden vermeld in 10.1 van EN 60974.1 niet over-
schrijden.
• Als het onderhoud niet is uitgevoerd door de fabrikant,
moet op een gerepareerd lasapparaat waarin onderdelen
zijn vervangen of gewijzigd worden aangeduid wie het
onderhoud heeft uitgevoerd.
• Na een reparatie moet de bedrading zodanig worden
teruggeplaatst dat er een veilige isolatie is tussen de primai-
re en secundaire zijde van het apparaat. Zorg ervoor dat de
draden niet in contact kunnen komen met bewegende
onderdelen of met onderdelen die warm worden tijdens het
gebruik. Plaats alle klemmen op hun oorspronkelijke plaats
op het apparaat terug, om contact tussen het primaire en het
secundaire circuit te voorkomen als een draad per ongeluk
zou breken of loskomen.
47