Wilo Control EC-Drain LS2 Instrucciones De Instalación Y Funcionamiento página 36

Vermogen [kW]
(kolom 1)
3~400 V 3,0
4-polig 4,0
2,2
3,0
4,0
2,2
3,0
4,0
1~230 V 1,5
2-polig 2,2
1,5
2,2
1,5
2,2
• Netzijdige zekering:
• max. 16 A, traag (met voorgemonteerde kabel
1,5 mm² en 16 A CEE/Schuko-stekker)
• max. 25 A, traag (met voorgemonteerde kabel
4,0 mm² en 32 A CEE-stekker of bij directe toe-
voer op de klem)
• Ter verhoging van de bedrijfsveiligheid is het
gebruik van een meerpolig scheidende contact-
verbreker met K-karakteristiek voorgeschreven.
Lekstroom-veiligheidsschakelaars installeren
conform de geldende voorschriften.
• De uiteinden van de pompkabel door de kabel-
schroeven en kabelingangen steken en bedraden
volgens de markeringen op de klemmenstrook.
• De pomp/installatie volgens de voorschriften aar-
den.
• De klemmenstrook moet als volgt worden
bedraad:
Netaansluiting 1~230 V (L, N, PE):
De aansluiting op het stroomnet vindt plaats via
een Schuko-stekker voor een contactdoos vol-
gens VDE 0620.
Netaansluiting 3~400 V (L1, L2, L3, PE):
De aansluiting op het stroomnet vindt plaats via
een CEE-stekker voor een CEE-contactdoos vol-
gens VDE 0623.
Motorbeveiliging (klemmen 2/T1, 4/T2, 6/T3)
De pompen worden direct op de motorbeveiliging
aan de klemmen 2/T1, 4/T2 en 6/T3 aangesloten
volgens schakelschema (fig. 2). De aardleiding
wordt aangesloten op de resterende PE-klem.
SSM (klem 11, 12, 13):
Aansluiting voor externe verzamelstoringsmel-
ding, potentiaalvrij wisselcontact,
• min. contactbelasting 12 V DC, 10 mA,
• max. contactbelasting 250 V~, 1 A,
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-Control EC-Drain LS2
Systeemimpedantie [ ]
(kolom 2)
0,2090
0,1480
0,2330
0,1380
0,0830
0,2100
0,1240
0,0740
0,4180
0,2790
0,3020
0,1650
0,2720
0,1480
Bijvoorbeeld voor de aansluiting van een hoorn,
flitslamp of alarmtoestel (bij potentiaalvrije
ingang).
Het contact is bij alarm, spanningsuitval en bij een
uitgeschakelde hoofdschakelaar tussen klem 12
en 13 gesloten.
Alarm (klem 14, 15, 16):
Aansluiting voor extern hoogwateralarm, potenti-
aalvrij wisselcontact,
• min. contactbelasting 12 V DC, 10 mA,
• max. contactbelasting 250 V~, 1 A,
Bijvoorbeeld voor de aansluiting van een hoorn,
flitslamp of alarmtoestel (bij potentiaalvrije
ingang).
Het contact is bij alarm gesloten tussen de klem-
men 15 en 16.
GL (klem 5, 6):
Aansluiting voor vlotterschakelaar voor het scha-
kelen van de basislastpomp.
SL (klem 7, 8):
Aansluiting voor vlotterschakelaar voor het scha-
kelen van de pieklastpomp.
HW (klem 9, 10):
Aansluiting voor vlotterschakelaar voor hoog
water en voor de gedwongen inschakeling van de
pomp.
WSK pomp 1 (klem 1, 2):
Aansluiting voor motorbeveiliging WSK (wikke-
lingsveiligheidscontact) van pomp 1. De in de
fabriek aangebrachte brug moet bij aansluiting
van een pomp met wikkelingsveiligheidscontact
worden verwijderd.
Schakelingen per uur
(kolom 3)
6
6
24
24
24
30
30
30
6
6
24
24
30
30
Nederlands
35