Wilo Economy Instrucciones De Montaje página 71

Ocultar thumbs Ver también para Economy:
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 91
Nederlands
Voor het onderste schakelniveau (watergebrek)
moet de tweede elektrode ca. 100 mm boven
het aftappunt geplaatst worden.
Voor het bovenste schakelniveau (watergebrek
verholpen) moet de derde elektrode minstens
150 mm boven de onderste elektrode aange-
bracht worden. De elektrische verbinding in het
regelsysteem dient volgens de inbouw- en
bedieningsvoorschriften en het schakelschema
van het regelsysteem tot stand gebracht te
worden.
7.2.5 Membraandrukvat (toebehoren)
Om transporttechnische redenen is het mogelijk
dat het bij de levering van de DEA inbegrepen
membraandrukvat (8 liter) niet gemonteerd
(d.w.z. als extra pakket) meegeleverd wordt. Deze
dient voor de inbedrijfname op de doorstromings-
armatuur gemonteerd te worden (zie afbeelding
2a en 2b).
AANWIJZING:
Let er hierbij op dat de doorstromingsarmatuur
niet verdraaid wordt. De armatuur is goed gemon-
teerd als het ontluchtingsventiel (zie ook C;
afbeelding 2b) resp. de gedrukte pijlen voor de
stromingsrichting parallel aan de verzamelleiding
lopen.
Indien een extra, groter membraandrukvat geïn-
stalleerd moet worden, dienen de bijbehorende
inbouw- en bedieningsvoorschriften in acht
genomen te worden. Bij een tapwaterinstallatie
Nom. doorlaat
Aansluiting
3
Max. debiet (m
/h)
Tabel 1
7.2.6 Veiligheidsventiel (toebehoren)
Aan de perszijde dient een goedgekeurd veilig-
heidsventiel geïnstalleerd te worden, indien de
som van de maximaal mogelijke voordruk en de
maximale transportdruk van de DEA groter kan
zijn dan de toelaatbare bedrijfsoverdruk van een
geïnstalleerde installatiecomponent. Het veilig-
heidsventiel moet zodanig uitgevoerd zijn dat bij
het 1,1-voudige van de toelaatbare bedrijfsover-
druk het daarbij optredende debiet van de DEA
afgetapt wordt (gegevens over de dimensionering
vindt u in de specificatiebladen/karakteristieken
van de DEA). De wegvloeiende waterstroom moet
veilig afgevoerd worden. Voor de installatie van
het veiligheidsventiel dienen de bijbehorende
inbouw- en bedieningsvoorschriften en de gel-
dende bepalingen in acht genomen te worden.
7.2.7 Drukloze breektank (toebehoren)
Voor de indirecte aansluiting van de DEA op het
openbare waterleidingnet moet de installatie
samen met een drukloze breektank conform
DIN 1988 worden opgesteld. Voor de opstelling
van de breektank gelden dezelfde regels als voor
70
DN20
DN25
DN32
(Rp3/4")
(Rp1")
(Rp11/4")
2,5
4,2
7,2
moet een doorgestroomd membraandrukvat con-
form DIN4807 gebruikt worden. Voor membraan-
drukvaten dient eveneens op voldoende ruimte
voor onderhouds- of vervangingswerkzaamheden
gelet te worden.
AANWIJZING:
Membraandrukvaten dienen regelmatig con-
form richtlijn 97/23/EG gecontroleerd te worden
(in Duitsland moeten bovendien de wetgeving
inzake bedrijfszekerheid §§ 15(5) en 17 alsook
appendix 5 in acht genomen worden).
Voor en achter de tank dient voor de controles,
inspectie- en onderhoudswerkzaamheden steeds
één afsluitarmatuur in de leiding aangebracht te
worden. Speciale aanwijzingen voor het onder-
houd en de controle vindt u in de inbouw- en
bedieningsvoorschriften van het betreffende
membraandrukvat.
Als het maximale debiet van de installatie groter is
dan de maximaal aanbevolen doorvoercapaciteit
van het membraandrukvat (zie tabel 1 resp. gege-
vens op typeplaatje en inbouw- en bedienings-
voorschriften van de tank), dient het debiet
opgedeeld te worden. Dat betekent dat er een
bypass geïnstalleerd moet worden (voorbeelden,
zie schema afbeelding 5 en afbeelding 6). Bij de
dimensionering dienen de betreffende installatie-
omstandigheden en transportgegevens van de
DEA in acht genomen te worden. Let hierbij op
voldoende doorstroming van het membraan-
drukvat.
DN50
DN65
DN80
Flens
Flens
Flens
15
27
36
de DEA (zie 7.1). De bodem van de tank moet met
het volledige oppervlak op een stevige onder-
grond staan.
Bij de dimensionering van het draagvermogen van
de ondergrond dient rekening gehouden te wor-
den met de maximale vulhoeveelheid van de
betreffende tank. Bij de opstelling dient op vol-
doende ruimte voor inspectiewerkzaamheden
gelet te worden (minstens 600 mm boven de tank
en 1000 mm aan de aansluitzijden). De volle tank
mag niet schuin opgesteld worden, omdat een
ongelijkmatige belasting tot onherstelbare
schade kan leiden.
De door ons als toebehoren geleverde, drukloze
(d.w.z. onder atmospferische druk staande),
gesloten PE-tank dient in overeenstemming met
de bij de tank meegeleverde transport- en monta-
geaanwijzingen geïnstalleerd te worden.
Over het algemeen geldt de volgende procedure:
De tank dient vóór de inbedrijfname mechanisch
spanningsvrij aangesloten te worden. Dat bete-
kent dat de aansluiting met behulp van flexibele
bouwelementen, zoals compensatoren of slan-
gen, moet plaatsvinden. De overloop van de tank
DN100
Flens
56
WILO SE 05/2019

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

Comfort varioCo-2 mhi 4 05/er-ebCor-2 mhie 8 03/ece

Tabla de contenido