3M DBI-SALA Nano-Lok Manual Del Usuario página 102

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 46
1.0 TOEPASSINGEN
DOEL: Zelfintrekbare apparaten (SRD's) zijn ontworpen als onderdeel van een persoonlijk valstopsysteem (PFAS). Afbeelding 1
1.1
toont de SRD's die in deze instructies worden behandeld. Deze systemen kunnen worden gebruikt in de meeste situaties waarin
een combinatie van mobiliteit voor de werknemer en valbeveiliging is vereist, zoals bij inspectiewerkzaamheden, algemene
bouwwerkzaamheden, onderhoudswerkzaamheden, olieproductie, werkzaamheden in besloten ruimten, enz.
1.2
NORMEN: Uw valstopapparaat voldoet aan de nationale of regionale norm(en) die staan vermeld op de omslag van deze
instructies. Raadpleeg de regionale, landelijke en internationale vereisten die van toepassing zijn op beroepsveiligheid voor
aanvullende informatie over persoonlijke valbescherming.
TRAINING: Deze apparatuur is bedoeld voor gebruik door personen die zijn getraind in de juiste toepassing en het juiste gebruik.
1.3
Het is de eigen verantwoordelijkheid van de gebruikers om te zorgen dat ze bekend zijn met deze instructies en getraind zijn
in het juiste onderhoud en gebruik van deze apparatuur. Gebruikers moeten bovendien op de hoogte zijn van de operationele
eigenschappen, toepassingsbeperkingen en de gevolgen van onjuist gebruik.
BEPERKINGEN: Houd tijdens het installeren of gebruiken van deze apparatuur altijd rekening met de volgende beperkingen:
1.4
Capaciteit: SRD's zijn bestemd voor het gebruik door één persoon met een gecombineerd gewicht (kleding, gereedschap,
enz.) dat voldoet aan het capaciteitsbereik dat is gespecificeerd in tabel 1. Zorg ervoor dat alle onderdelen van uw systeem
de juiste capaciteit hebben voor uw toepassing.
Verankering: De verankeringsstructuur voor de SRD moet in staat zijn om een belasting van 12 kN (2697 lbf) te dragen.
Verankeringsapparatuur moet voldoen aan EN795 of andere toepasselijke normen voor verankeringsverbindingen.
Blokkeersnelheid: Situaties waarin geen valpad zonder obstructie mogelijk is, dienen vermeden te worden. Wanneer er
gewerkt wordt in besloten, nauwe ruimten of hellende oppervlakken, is het mogelijk dat het lichaam tijdens een val niet
voldoende snelheid kan bereiken om de vergrendeling van de SRD bij een val te activeren. Wanneer er gewerkt wordt op zich
langzaam verplaatsende materialen, zoals zand of korrelig materiaal, wordt er wellicht onvoldoende snelheid gemaakt om de
vergrendeling van het valstopapparaat te activeren. Om positieve vergrendeling van het valstopapparaat te garanderen, is
een vrij valpad nodig.
Vrije val: Bij bovenhoofdse verankering beperken de SRD's de vrije val tot 0,6 m (2 ft).
het werkniveau om vergrote valafstanden te vermijden. Bevestig de SRD nooit aan een verankeringspunt dat een vrije val
van meer dan 1,5 m (5 ft) zal creëren. Vermijd werkzaamheden in situaties waarin uw reddingslijn de reddingslijn van een
collega kan kruisen of daarmee verstrengeld kan raken. Vermijd werkzaamheden in situaties waarin een voorwerp kan vallen
en de reddingslijn kan treffen, waardoor u uw evenwicht verliest of waardoor de reddingslijn beschadigd raakt. Voorkom dat
de reddingslijn onder armen of tussen benen door loopt. Klem of bind de reddingslijn nooit vast. Voorkom dat de reddingslijn
niet kan worden ingetrokken of dat de reddingslijn niet strak kan komen te staan. Voorkom een slaphangende lijn. Verleng
valstopapparaten niet door er een lijn of soortgelijk onderdeel aan te koppelen zonder dat u 3M hebt geraadpleegd.
Scheef vallen: Zwenkvallen doen zich voor wanneer een ankerpunt zich niet direct boven het valpunt bevindt De kracht
waarmee een voorwerp tijdens een zwenkval geraakt kan worden, kan ernstig letsel veroorzaken (zie afbeelding 3A).
Minimaliseer zwenkvallen door zo recht mogelijk onder het ankerpunt te werken (afbeelding 3B). Van het verankeringspunt
(afbeelding 3C) af werken vergroot de impact van een zwenkval en verhoogt de vereiste valspeling (Fall Clearance, FC).
Valspeling: Afbeelding 3B illustreert de berekening van de valspeling. Valspeling (Fall Clearance, FC) is de som van de
vrije val (Free Fall, FF), de vertragingsafstand (Deceleration Distance, DD) en de veiligheidsfactor (Safety Factor, SF):
FC = FF + DD + SF. Verschuiving van de D-ring en rek van het harnas zijn opgenomen in de veiligheidsfactor. De waarden
van de valspeling zijn berekend en worden in kaart gebracht in afbeelding 4. Voor alle waarden in afbeelding 4 is een
veiligheidsfactor van 1 m (3,28 ft) gebruikt.
Afbeelding 4 illustreert de valspeling (Fall Clearance, FC) op basis van de horizontale (H) en verticale (V) afstand tussen de
SRD-rugverbinding en het verankeringspunt. Elke horizontale rasterlijn op de grafiek(en) staat voor de verticale afstand
vanaf het verankeringspunt. Elke verticale rasterlijn staat voor de horizontale afstand vanaf het verankeringspunt. De
waarde van de valspeling (Fall Clearance, FC) wordt bepaald door de zone (parabolische lijnen) waarin de horizontale (H)
en verticale (V) rasterlijnen elkaar kruisen. Het voorbeeld in afbeelding 4 laat zien hoe de vereiste waarde van de valspeling
(Fall Clearance, FC) voor de aangegeven verticale (V) en horizontale (H) afstanden moet worden bepaald.
;
Variabele verankeringspunten: De valspelingen in afbeelding 4 zijn gebaseerd op een stijf, vast verankeringspunt.
Als u verankert aan een horizontale reddingslijn (Horizontal Lifeline, HLL) of een verankeringspunt dat kan bewegen,
glijden of vervormen tijdens een val, zijn de waarden voor de valspeling uit afbeelding 4 niet van toepassing. Raadpleeg de
instructies voor de HLL of de verankering voor extra informatie over vereiste valspelingen, doorbuigingen en/of vervorming.
;
Knielen of hurken: In de spelingsgrafieken in afbeelding 4 wordt ervan uitgegaan dat de werknemer zich in een
staande positie bevindt, met de SRD verankerd boven de dorsale D-ring. Als de werknemer knielt of hurkt, is een extra
valspeling van 0,9 m (3 ft) vereist.
;
Veranker nooit lager dan de voeten: Maak nooit verbinding met een verankeringspunt lager dan uw voeten.
Gevaren: Als deze uitrusting in zones met omgevingsgevaar wordt gebruikt, kan het zijn dat er extra maatregelen nodig zijn om
de kans op letsel of schade aan de uitrusting te verkleinen. Gevaren kunnen de volgende omvatten, maar zijn niet beperkt tot:
hitte, bijtende chemicaliën, corrosieve omgevingen, hoogspanningsleidingen, explosieve of giftige gassen, bewegende machines
en bovenhoofdse materialen die kunnen vallen en de gebruiker of het valstopsysteem kunnen raken. Vermijd werkzaamheden
in situaties waarin uw reddingslijn de reddingslijn van een collega kan kruisen of daarmee verstrengeld kan raken. Vermijd
werkzaamheden in situaties waarin een voorwerp kan vallen en de reddingslijn kan treffen, waardoor u uw evenwicht verliest of
waardoor de reddingslijn beschadigd raakt. Voorkom dat de reddingslijn onder armen of tussen benen door loopt.
Scherpe randen: Scherpe randen die met de SRD-reddingslijn in contact kunnen komen tijdens een val moeten een
minimale straal van 0,3 cm (0,125 inch) hebben. Als contact met een scherpe rand onvermijdelijk is, bedek die rand dan met
beschermingsmateriaal.
1 Vrije val: Correcte toepassing van de SRD, waarbij de gebruiker direct onder het verankeringspunt werkt en er geen reddingslijn is, zal de vrije val voorkomen.
Zie afbeelding 4 voor aanvaardbare verankeringslocaties
102
. Veranker de SRD altijd direct boven
1

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

310152131015223101523310152431015253101652 ... Mostrar todo

Tabla de contenido