Hantering; Installatie; Montage; Persleiding Monteren - Espa VIGICOR 150M Manual De Instrucciones

2. HANTERING

De pompen worden in een passende verpakking
geleverd om transportschade
Controleer voor het uitpakken of de verpakking
beschadigd of vervormd werd.
Wees voorzichtig bij het optillen en hanteren
van dit apparaat. Gebruik hiervoor passend
gereedschap.

3. INSTALLATIE

3.1. Montage

De pomp kan rusten op de vloer of worden
opgehangen aan een kabel of iets dergelijks.
De pomp mag nooit worden geschorst door
de elektrische kabel of de persleiding
(Afb.2).
Op de automatische versie, met niveau float
(versie A), desgewenst, het niveau van het water
voor starten en stoppen de pomp
ingesteld door schuiven van de vlotter kabel door
zijn haak.
Zorg dat er voldoende ruimte is voor de werking
van de vlotterschakelaar (Afb.2).
De maximale diepte van onderdompeling is 7m.

3.2. Persleiding monteren

De pompen zijn voorzien om te worden aangesloten
op een 1 1/4 "lijn. Echter, indien de geometrische
hoogte is aanzienlijk en de paden zijn lang en
kronkelende, raden wij gebruik lijnen met een
grotere diameter, om drukverlies te voorkomen door
wrijving zoveel mogelijk
hydraulische mogelijke prestaties te verkrijgen.
Leidingen moeten worden ondersteund en hun
gewicht niet rust op de pomp.
Het is raadzaam om monteren een terugslagklep om
te voorkomen dat het legen van de buis. Deze
terugslagklep moet de doorgang van vaste stoffen
mogelijk maken van ten minste 10mm.
Zorgen dat de buis niet gebogen en dat is juist
aangebracht op naar
aanvulling op voorkomen van de gewenste stroom,
kan de juiste werking van de pomp worden
belemmerd.

3.3. Elektrische installatie

De elektrische installatie moet beschikken
over een alpolige afschakeling met minimaal
3mm contactopeningsafstand.
De beveiliging
gebaseerd op een lekstroomschakelaar (Δfn =
30mA).
De aansluiting en de dimensionering moeten door
een bevoegde installateur
volgens de vereisten
overeenkomstig de geldige regelgeving van ieder
land.
Eénfasige motoren beschikken over een
ingebouwde thermische beveiliging.
te voorkomen.
kan worden
en om de beste
uitlaatmondstuk, omdat in
van het systeem wordt
worden uitgevoerd,
van de installatie
3.4. Controles vóór de eerste inbedrijfstelling
Controleer of de spanning en frequentie van
het lichtnet overeenkomen met die op het
kenplaatje.
Zorg ervoor dat de pomp wordt ondergedompeld
zoals weergegeven in Afb.2.
DE POMP MAG NOOIT DROOG DRAAIEN.

4. INBEDRIJFSTELLING

Open alle doorstroomkleppen in de buizen.
Verbinding het elektrische paneel stekker in een
stopcontact. Als het waterpeil juist is, slaat de pomp
direct aan.
Controleer of de stroomopname gelijk of lager is dan
het maximum dat op het kenplaatje is aangegeven.
Werkt de motor niet of verwijdert hij geen water,
probeer dan de storing te achterhalen met behulp
van de lijst met meest gebruikelijke storingen en
mogelijke oplossingen die we in de volgende
pagina's behandelen.
Contact met de draaiende turbine kan ernstig
letsel veroorzaken

5. ONDERHOUD

Onder normale omstandigheden zijn deze pompen
nagenoeg onderhoudsvrij.
In geval van bevriezingsgevaar, dient u uit
voorzorg alle leidingen leeg te maken.
Als de pomp lange tijd niet gebruikt gaat
worden, is het aan te bevelen de pomp uit het
waterreservoir te halen, te reinigen en op een
droge, goed geventileerde plaats te bewaren.
Reinigen de pomp door het pompen schoon
water wanneer is het worden om ingetrokken
om te voorkomen afzetting van zand of ander
materiaal.
LET OP: in geval van een defect, kan het
vervangen van de elektrische kabel, of
reparatie van de pomp alleen maar door de
officiële tecnische dienst worden uitgevoerd.
De lijst Erkende Technische Diensten vindt u op
www.espa.com.
De pomp bevat geen giftige of verontreinigende
materialen waar u rekening mee moet houden
wanneer u deze ten slotte wilt afdanken. De
belangrijkste onderdelen
gekenmerkt om een gescheiden verwijdering te
waarborgen.
en
24
NL
zijn naar behoren