Waterzijdige aansluitingen
De waterleiding kan via de wand of de vloer aangevoerd
worden. Zie de iguur voor de juiste maatvoering (Fig. 21-22).
De unit kan worden geleverd met de wateraansluitingen aan
de linker- of rechterzijde. Dit dient bij de bestelling te worden
aangegeven. Tijdens de montage kunnen de aansluitingen
echter gemakkelijk aangepast worden. Dit gaat als volgt:
Verwijder de schakelkast;
Draai de 6 zelftappende schroeven los en verwijder de voorste
opvangbak;
Draai de twee aardschroeven los waarmee de
warmtewisselaar aan het frame vastzit en die nodig zijn om de
batterij te aarden;
Verwijder de batterij m.b.v. de rubberen nokken en draai hem
180°;
Bevestig de batterij op zijn nieuwe plaats m.b.v. de rubberen
nokken;
Monteer de opvangbak weer met de 6 zelftappende
schroeven;
Retighten the two screws holding the heat exchanger to the
structure, necessary for earthing the coil (Fig. 23, rif. 8);
Monteer de schakelkast tegenover de batterijaansluitingen;
Plaats de temperatuursensor op zijn plaats en verzegel met de
vuller (zie ig. 23 - rif. 7);
Plaats de regelaar (indien toegepast) in de nokken en bevestig
hem met de meegeleverde metalen plaat (zie "Regelingen").
Verplaats de plug van de condensafvoerbak naar dezelfde
kant als de wateraansluitingen.
OPMERKING: De waterleidingen moeten geïsoleerd worden
met een dampdicht materiaal zoals polyurethaan, propyleen of
neopreen (dikte 5–10 mm).
OPMERKING 1: Op apparaten waar al kranen geïnstalleerd zijn,
kan de vervanging van de batterij uitgevoerd worden door de
kit voor speciieke kranen te bestellen.
Elektrische aansluitingen
Alle bekabeling moet voldoen aan de ter plaatse geldende
voorschriften, zoals NEN 1010.
Verbind L (LIJN), N (NEUTRAAL) en
stroomvoorziening zoals getoond op ig. 27-28-29-30.
De zekeringen op de stroomvoorziening, zoals getoond op
de bedradingsdiagrammen, zijn deze vermeld in tabel II. Deze
zekeringen worden door de installateur aangeleverd.
BELANGRIJK:
De aardleiding moet aangesloten worden voordat andere
elektrische aansluitingen worden gemaakt.
Schakel de hoofdstroom naar alle circuits af alvorens
werkzaamheden aan elektrische componenten te
verrichten.
Verwijder het paneel van de schakelkast door de borgschroef/
schroeven los te draaien.
Gezien de verbinding met het stroomvoorzieningsnetwerk van het
type Y is, mag de kabel enkel vervangen worden door personeel
van de technische ondersteuning om risico's te vermijden.
(AARDING) met de
Automatische waterregelkleppen
(ig. 25-26)
De ventilatorconvector kan worden voorzien van kleppen
(zowel in 2-pijps als in 4-pijps uitvoering). Wij raden u aan
regelkleppen toe te passen, om eventuele problemen van
condensvorming op de unit te vermijden wanneer de ventilator
niet werkt en de luchtvochtigheid in de ruimte erg hoog is.
De aandrijvingen zijn thermisch en hebben een 230 V, 2,5 VA
voeding; maximale bedrijfsdruk 1400 kPa.
De uitschakeltijd is afhankelijk van de temperatuur en
ligt tussen 120 en 240 seconden. De lekdichtheid van de
aansluitingen wordt verkregen door een rubberen pakking
(O-ring) in de aansluiting (aandraaimoment: 30 Nm). Indien de
kleppen (accessoire) door de installateur worden gemonteerd
vergeet dan niet om de mee geleverde O-ring te gebruiken.
De gemotoriseerde kleppen zijn 3-weg met bypass, of 2-weg.
Zorg ervoor dat alle leidingaansluitingen uitgelijnd zijn en
goed ondersteund worden, om extreme belasting van de unit
te voorkomen. Controleer het systeem op lekkages nadat het
gevuld is met water. Eens waterverbindingen vervolledigd zijn,
controleer dan op nauwheid, gebruik nylonstrips om de schelp
te sluiten en isoleer de klep en zorg ervoor dat alle koude
onderdelen goed geisoleerd zijn (ig. 25-26). Bij units met
2-wegkleppen moet de opening van de isolatieschaal worden
afgesloten met de meegeleverde plug (ig. 26c). Bevestig de
isolatieschaal met de meegeleverde trekbandjes (ig. 26a).
Controleer of de leidingisolatie goed in de isolatieschaal
zit (ig. 26a), om te voorkomen dat zich condens vormt op
de leidingen. Carrier kan de kwaliteit van de pakking en
de dichtheid van de kleppen niet garanderen omdat deze
gemonteerd worden door de installateur (en daarom niet in de
fabriek getest zijn). Carrier wijst derhalve elke aansprakelijkheid
voor een eventuele slechte werking van genoemde onderdelen
af alsmede elke aansprakelijkheid voor schade die voortvloeit
uit lekkages van genoemde onderdelen.
WAARSCHUWING: Nadat het elektrisch bedieningspaneel on
de tegenovergestelde zijde geplaatst werd, verbind dan de
grond met het kaderwerk van de eenheid (zie ig. 23, - rif. 8).
Conform de montage-instructies moet in de elektrische
voeding een schakelaar worden geplaatst met gescheiden
polen, met een contactafstand van tenminste 4 mm, zodat
een volledige afsluiting is gegarandeerd bij de condities van
overbelasting categorie III.
Zowel de verbindingskabels als de kabels van de
accessoires moeten zijn van het type H05 VVF.
De kabels gebruikt om de stroomvoorziening te verbinden
zouden van dezelfde sectie moeten zijn, zoals aangetoond
in tabel II.
Gebruik het speciale deksel en de schroef of
schroeven die je eerder verwijderde om het paneel
van de bedieningsdoos te sluiten nadat de elektrische
verbindingen vervolledigd werden.
SCHAKELKAST: Deze bevindt zich altijd tegenover de
waterzijdige aansluitingen.
Terminaldozen voor verbindingen bevinden zich in de panelen
van de bedieningsdoos. (Zie ig. 27-28-29-30).
79
42N_S 42N_E