Nederlands
3. Gebruik
geen
eigenschappen niet overeenkomen met die
omschreven in deze instrukties.
4. Zorg dat, tijdens het zagen, het zaagblad niet tot
stilstand komt door teveel zijwaartse druk.
5. Zorg ervoor dat het zaagblad steeds scherp is.
6. De beschermkap moet gemakkelijk en vrij te
bewegen zijn.
7. Gebruik de cirkelzaag nooit wanneer de
beschermkap in de geopende stand vergrendeld
is.
8. Controleer of het terugspring-mechanisme van de
veiligheidskap naar behoren funktioneert.
TECHNISCHE GEGEVENS
Voltage (verschillend van gebied tot gebied)*
Zaagdiepte
Opgenomen vermogen
Toerental onbelast
Gewicht (zonder kabel)
*Controleer het naamplaatje op het apparaat daar het apparaat afhankelijk van het gebied waar het verkocht wordt
gewijzigd kan worden.
STANDAARD TOEBEHOREN
(1) Zaagblad (Diam. 165 mm) (bevestigd aan het
gereedschap) ............................................................. 1
(2) Steeksleutel ................................................................ 1
(3) Parallelgeleider .......................................................... 1
(4) Vleugelmoer .............................................................. 1
De standaard toebehoren kunnen zonder aankondiging
op ieder moment worden veranderd.
EXTRA TOEBEHOREN (los te verkrijgen)
(1) Stof-verzamelset
Sluit de afzuigslang aan om het zaagsel met behulp
van de stofzuiger op te zuigen. (Zie Afb. 12)
(2) Onderlegschijf (A)
..... voor 16 mm (binnendiam. van het zaagblad)
..... voor 30 mm (binnendiam. van het zaagblad)
De extra toebehoren kunnen zonder aankondiging op
ieder moment worden veranderd.
TOEPASSINGEN
Het zagen van verschillende houtsoorten.
VOOR HET BEGIN VAN HET WERK
1. Netspanning
Controleren of de netspanning overeenkomt met de
opgave op het naamplaatje.
2. Netschakelaar
Controleren of de netschakelaar op
Wanneer de stekker op het net aangesloten is, terwijl
17
zaagbladen
waarvan
UIT" staat.
"
de
9. Het zaagblad zelf moet dunner zijn dan de splijtwig;
maar de breedte van de insnijding, d.w.z. de
opening gemaakt door de zaagtanden, moet groter
zijn dan de dikte van de splijtwig.
10. De cirkelzaag nooit inzetten met schuinstaand of
zijdelings staand zaagblad.
11. Let er steeds op, dat het werkstuk geen vreemde
voorwerpen, zoals b.v. spijkers, bevat.
12. Gewoonlijk dient altijd de splijtwig gebruikt te
worden, behalve wanneer u begint te zagen in het
midden van het werkstuk.
13. Voor het model FC6SB is het toegestane bereik
van de zaagbladen van 150 mm tot 165 mm.
(110V, 220V, 230V, 240V)
90°
45°
de schakelaar op
gereedschap onmiddellijk te draaien, hetwelk ernstig
gevaar betekent.
3. Verlengsnoer
Wanneer het werkterrein niet in de buurt van een
stopcontact ligt, dan moet men gebruik maken van
een verlengsnoer, dat voldoende dwarsprofiel en
voldoende nominaal vermogen heeft. Het
verlengsnoer moet zo kort mogelijk gehouden
worden.
4. Het in gereedheid brengen van een houten werkbank
(Afb.1)
Aangezien het zaagblad boven de onderkant van
het zaaghout uitsteekt, legt men bij het zagen het
zaaghout op een werkbank. Wanneer men van een
houtblok als onderstel gebruik maakt, moet men
daarvoor een vlakke ondergrond uitkiezen, zodat
het ook werkelijk stabiel is. Een onstabiele
ondergrond is gevaarlijk.
LET OP
Om eventuele ongelukken te vermijden, moet men
er steeds op letten, dat het na eht zagen
overgebleven gedeelte van het gezaagde hout goed
vastligt of op de plaats gehouden wordt.
INSTELLEN VAN HET GEREEDSCHAP VOOR
GEBRUIK
1. Instellen van de zaagdiepte:
Draai de knop met uw hand los en houd met de
andere hand de handgreep vast zoals aangegeven
in Afb. 2. De zaagdiepte kan nu ingesteld worden
door de basisplaat in de gewenste stand te zetten.
Als u de juiste zaagdiepte heeft ingesteld, kunt u
de knop weer vastdraaien. Draai de knop vervolgens
stevig vast.
0 ~ 55 mm
Max. 40 mm
950W*
4700/min
3,5 kg
AAN" staat, begint het
"