12. Alvorens in gebruik te nemen
BELANGRIJK:
Het gebruik van luchtfilters en van een smeermiddel voor de persluchtleiding wordt
aanbevolen
LET OP!
Alvorens te smeren, dient het apparaat te worden losgekoppeld en de persluchttoevoer te
worden gestopt.
■
Apparaat smeren, zie onderhoud in deze gebruiksaanwijzing.
■
Verwijder de stofkappen op de perslucht inlaat.
■
Sluit u het apparaat aan op een slang met de juiste grootte.
13. Ingebruikname
■
Schakel de compressor in, zodat de luchttank wordt gevuld.
■
Stel de compressorregelaar in op ca. 90 PSI of 6,3 bar. De maximale werkdruk van dit
gereedschap is ca. 90 PSI of 6,3 bar.
■
Het rotatievermogen kan variëren afhankelijk van de grootte van de luchtcompressors en
van het volume van de perslucht uitstoot.
■
Geen beschadigde, versleten of luchtslangen of koppelingen van inferieure kwaliteit
gebruiken.
■
Het instellen van de druk om het apparaat op de juiste snelheid te laten draaien wordt
gedaan middels de compressor regelaar of middels een extra te monteren drukregelaar.
■
Het regelen van de snelheid wordt gedaan met een luchttoevoerregelaar
(Niet inbegrepen).
■
De technische gegevens van het apparaat hebben betrekking op de werking bij een druk
van 6,3 bar.
■
Bij de onzorgvuldig gebruik kunnen de interne delen of de behuizing beschadigd raken
en de werking worden verminderd.
■
Druk op de bedieningsknop om het apparaat in te schakelen.
■
Laat de bedieningsknop los om het apparaat te stoppen.
■
Houdt u er rekening mee dat het gereedschap na het loslaten van de bedieningshendels
nog nadraait.
■
De compressor na voltooiing van de werkzaamheden uitschakelen en volgens de
handleiding van de compressor wegbergen.
■
Alleen droge, schone lucht met ca. 90 PSI of 6,3 bar bij maximale druk gebruiken.
Stof, ontvlambare dampen en een te hoge luchtvochtigheid kunnen de motor van
pneumatische gereedschap aantasten.
■
Geen labels verwijderen. Beschadigde labels dienen te worden vervangen.
■
Houd uw handen, wijdvallende kleding en lang haar weg van het bewegende deel van
het apparaat.
■
De luchtdruk controleren en eventueel zo instellen dat de werkdruk wordt bereikt.