Profielplinten Bewerken; Basisinstellingen Controleren En Instellen - Bosch GCM 12 GDL Professional Manual Original

Ocultar thumbs Ver también para GCM 12 GDL Professional:
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 61
118 | Nederlands
Diepteaanslag instellen (groef zagen) (zie afbeelding S)
De diepteaanslag moet worden versteld, wanneer u een
groef wilt zagen of een afstandaanslag wilt gebruiken.
– Draai de diepteaanslag (30) naar buiten.
– Draai de glijarm (28) met de handgreep (1) in de gewens-
te positie.
– Verdraai de afstelschroef (29) tot het schroefuiteinde de
diepteaanslag (30) raakt.
– Beweeg de glijarm (28) langzaam naar boven.
Speciale werkstukken
Zet vooral gebogen of ronde werkstukken voor het zagen
goed vast, zodat deze niet kunnen wegglijden. Bij de zaaglijn
mag geen spleet tussen werkstuk, aanslagrail en zaagtafel
ontstaan.
Maak indien nodig speciale houders.

Profielplinten bewerken

Profielplinten kunt u op twee verschillende manieren bewer-
ken:
Positionering van
Vloerplint
het werkstuk
– tegen de aansla-
grail geplaatst
– vlakliggend op
de zaagtafel
Bovendien kunt u afhankelijk van de breedte van de profiel-
plint met of zonder afkortbeweging zagen.
Test de ingestelde verstekhoek (horizontaal en/of verticaal)
altijd eerst op een stuk afvalhout.

Basisinstellingen controleren en instellen

Om nauwkeurig zagen te waarborgen, dient u na intensief ge-
bruik de basisinstellingen van het elektrische gereedschap
te controleren en indien nodig in te stellen.
Daarvoor is ervaring en speciaal gereedschap vereist.
De Bosch klantenservice voert deze werkzaamheden snel en
vakkundig uit.
Laser afstellen
Aanwijzing: Voor het testen van de laserfunctie moet het
elektrische gereedschap op de stroomvoorziening zijn aan-
gesloten.
Bedien tijdens het afstellen van de laser (bijv. bij het
u
bewegen van de gereedschaparm) nooit de aan/uit-
schakelaar. Onbedoeld starten van het elektrische ge-
reedschap kan tot letsel leiden.
– Zet het elektrische gereedschap in werkstand.
– Draai de zaagtafel (38) tot aan de inkeping (15) voor 0°.
De hendel (12) moet merkbaar in de inkeping vastklik-
ken.
1 609 92A 5RR | (02.07.2020)
Controleren (zie afbeelding T1)
– Teken op het werkstuk een rechte zaaglijn.
– Beweeg de glijarm (28) met de handgreep (1) langzaam
omlaag.
– Lijn het werkstuk zodanig uit dat de tanden van het zaag-
blad en de zaaglijn op één lijn liggen.
– Houd het werkstuk in deze stand vast en beweeg de glij-
arm langzaam weer omhoog.
– Zet het werkstuk vast.
– Schakel de laserstralen met de schakelaar (60) in.
De laserstralen moet over de hele lengte links en rechts op
dezelfde afstand van de op het werkstuk getekende zaaglijn
lopen, ook wanneer de glijarm omlaag wordt bewogen.
Laserbeschermkap verwijderen (zie afbeelding T2)
– Draai de twee schroeven (63) van de laserbeschermkap
(27) los met de binnenzeskantsleutel (4 mm) (17).
Aanwijzing: Om de voorste scroef van de laserbescherm-
kap te bereiken, moet u de glijarm iets omlaag draaien tot
de binnenzeskantsleutel door een van de sleuven van de
pendelbeschermkap gestoken kan worden.
Plafondplint
Gelijke ligging instellen (zie afbeelding T3)
– Verwijder de laserbeschermkap (27).
1. Instellen van de rechter laserstraal:
– Draai de achterste stelschroef (64) met de binnenzes-
kantsleutel (18) tot de rechter laserstraal over de gehele
lengte gelijk ligt met de op het werkstuk getekende zaag-
lijn.
Daarbij wordt de linker laserstraal meebewogen.
Als u tegen de klok in draait, beweegt de laserstraal van links
naar rechts. Als u met de klok mee draait, beweegt de laser-
straal van rechts naar links.
2. Instellen van de linker laserstraal:
– Draai de voorste stelschroef (64) met de binnenzeskant-
sleutel (18) tot de linker laserstraal dezelfde afstand tot
de op het werkstuk getekende zaaglijn heeft als de rech-
ter laserstraal.
Als u tegen de klok in draait, beweegt de laserstraal van links
naar rechts. Als u met de klok mee draait, beweegt de laser-
straal van rechts naar links.
– Bevestig de laserbeschermkap (27) weer.
Parallelliteit instellen (zie afbeelding T4)
– Verwijder de laserbeschermkap (27).
– Draai de bevestigingsschroef (65) los (ca. 1–2 slagen)
met de binnenzeskantsleutel (18). Draai de schroef er
niet helemaal uit.
– Verschuif de montageplaat van de laser naar rechts of
naar links tot de laserstralen over de hele lengte parallel
lopen met de op het werkstuk getekende zaaglijn.
– Houd de montageplaat van de laser in deze stand vast en
draai de bevestigingsschroef (65) weer vast.
– Controleer na het instellen opnieuw de gelijke ligging met
de zaaglijn. Lijn eventueel de laserstralen met de stel-
schroeven (64) nog een keer uit.
– Bevestig de laserbeschermkap (27) weer.
Autogoods "130"
Bosch Power Tools

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido