5.6 Constructie van pomp en motor
De dompelpomp is uitgevoerd als een meertraps
centrifugaalpomp.
Alle pomponderdelen, die in contact komen met het
medium, zijn gefabriceerd uit RVS.
De elektromotor is via twee mechanische asafdich-
tingen en een oliegevulde tussenkamer, die de lek-
dichtheid van de motor waarborgen, gescheiden van
het hydraulische deel van de pomp.
Met de pomp is een draagkabel meegeleverd.
Aan de onderzijde van de pomp bevindt zich de
zuigkorf.
De SE-modellen beschikken over een aanzuigsok
aan de zijkant voor de aansluiting van een
drijvende of een vast zuigfilter en over een
voetbochtstuk met 4 trillingsdempers voor de
bodemmontage.
De pomp met wisselstroommotor (EM) wordt
bedrijfsklaar met een schakelkast geleverd,
bestaande uit de volgende onderdelen:
• Een in-/uitschakelaar met controlelamp,
• Een overstroomrelais met handmatige reset,
• Een condensator,
• Een aansluiting voor een vlotterschakelaar
(beveiliging laag waterpeil),
• Een op de klemmenkast en op de pomp aange-
sloten kabel,
• Een voedingskabel, 2 m lengte met Schuko-stekker.
De motor beschikt over een beveiligingssysteem,
welke de motor in geval van oververhitting auto-
matisch uitschakelt en na voldoende afkoeling
weer inschakelt.
De pomp met draaistroommotor (DM) wordt
met een kabel met vrij kabeluiteinde (3 fasen +
aarde) geleverd.
De schakelkast kan door Wilo of door de klant
worden geleverd.
De schakelkast moet beschikken over een
motorbeveiligingsschakelaar.
Na activeren van de overbelastingsbeveiliging
moet de schakelaarstatus door indrukken van de
in-/uitschakelaar worden gereset.
6. Installatie en aansluiting
VOORZICHTIG! Installatie en elektrische aanslui-
ting moeten conform de lokale voorschriften en
alleen door vaktechnici worden uitgevoerd!
WAARSCHUWING! Gevaar voor persoonlijk letsel!
De bestaande voorschriften betreffende het
voorkomen van ongevallen dienen te worden
nageleefd.
WAARSCHUWING! Gevaar voor elektrocutie!
Gevaren verbonden aan het gebruik van elektri-
sche energie dienen te worden vermeden.
Nationaal geldende elektrische voorschriften en
algemene nationale bepalingen en voorschriften
moeten worden aangehouden.
6.1 Installatie
VOORZICHTIG! Gevaar voor beschadiging van
de pomp!
WILO SE 04/2013
All manuals and user guides at all-guides.com
De pomp mag niet hangend aan de voedings-
kabel worden getransporteerd, neergelaten of
opgehangen.
- De opstellingslocatie van de pomp moet vorstvrij
zijn.
- De draagkabel in de bevestigingsopening boven
aan de pomp aanbrengen.
- De persleiding aansluiten.
- De voedingskabel met geschikte bevestigings-
middelen spanningsvrij op de persleiding
bevestigen.
- De pomp aan de draagkabel in het water laten
zakken en zodanig uitrichten, dat deze altijd
onder water blijft. Max. dompeldiepte: 20 m en
vrij hangend.
- De pomp kan in horizontale positie worden
gebruikt.
- Gewaarborgd moet zijn, dat de schacht een
gelijkmatige doorsnede heeft en de pomp onge-
hinderd kan zakken.
- De pomp in het midden van de schacht uitrich-
ten.
- Let erop, dat de pomp, de voedingskabel en de
draagkabel tijdens bedrijf van de pomp niet
schuren langs de schachtrand of andere hinder-
nissen.
- In de uiteindelijke bedrijfspositie moet de pomp
een minimale afstand hebben van 0,50 m tot de
bodem van de schacht.
- Gewaarborgd moet worden dat er altijd een
minimaal waterpeil van 0,15 m boven de zuigkorf
van de pomp aanwezig is (bij draaiende pomp).
- Bij buitenopstelling: persleiding, elektrische
schakelkast, schuif en elektrische besturingen
tegen vorst beschermen.
- Bij gebruik van een drijvende aanvoer (zuigfilter
met slangaansluiting) moet erop worden gelet, dat
de slanglengte is afgestemd op de constructie van
het reservoir. Om het binnendringen van lucht in
de pomp te voorkomen, mag het grof filter het
wateroppervlak niet bereiken (zie fig. 8).
- De uitvoering SE kan met behulp van de 4 boor-
gaten aan de steunvoet direct op de bodem
geïnstalleerd worden (Ø6 mm schroeven).
- Bij de SE-uitvoeringen is de installatie in droog-
opstelling mogelijk, omdat de motor door het te
transporteren medium wordt gekoeld (zie fig. 7).
- De uitvoeringen FS worden met direct aan de
motor aangesloten vlotterschakelaar geleverd,
zodat de pomp automatisch in- en uitschakelt
(zie afbeelding 3b).
De vlotterschakelaar is vrij beweegbaar.
- De samen met de pompen met wisselstroommo-
tor geleverde schakelkast maakt een beveiliging
laag waterpeil mogelijk via aansluiting van een
vlotterschakelaar (zie punt 6.3) resp. de in-/uit-
schakeling door aansluiting van een drukschake-
laar (zie fig. 4).
- De als toebehoren bij de pomp met draaistroom-
motor aangeboden schakelast maakt een bevei-
liging laag waterpeil mogelijk via aansluiting van
een vlotterschakelaar en de in-/uitschakeling
door aansluiting van een drukschakelaar (zie
fig. 5).
Nederlands
29