6.8 Bevochtiger
6.8.1
Installatie
Normaal gesproken wordt in units waar een luchtbevochtiger aanwezig is, deze in de fabriek geïnstalleerd.
Voor sommige maten wordt de luchtbevochtiger apart geleverd, terwijl alles wat nodig is voor de werking (elektrische
aansluitingen, stoomverdeler en afvoer) in de fabriek in de unit is aangebracht.
In beide gevallen valt de hydraulische toevoer onder de verantwoordelijkheid van de installateur.
6.8.2
Montage
Wanneer hij niet in de fabriek is geïnstalleerd, wordt hij geleverd met een voorgemonteerde afdekking voor montage
ter plaatse.
De luchtbevochtiger moet op de metalen plaat worden bevestigd met de daarvoor bestemde bevestigingsgaten.
Afb. 174 Paneel met pre-tranches
Om de installatie te voltooien, maakt u de elektrische aansluitingen zoals aangegeven in het aansluitschema, sluit u
de stoomverdeler en de uitlaat aan.
De aansluiting voor de hydraulische toevoer kan worden gemaakt met behulp van een van de twee voorsleuven aan
de onderzijde van het deksel.
6.8.3
Hydraulische aansluitingen
De hydraulische toevoer van de bevochtiger is de verantwoordelijkheid van de installateur.
Een flexibele slang met een diameter van 6 mm en een uitwendige diameter van 8 mm, met ¾"G wartelfittingen,
wordt meegeleverd.
De installatie van een afsluitkraan en een mechanisch filter om eventuele vaste verontreinigingen
tegen te houden, wordt aanbevolen.
Vertaling van originele instructies
Packaged Rooftop
286
Afb. 176 Voorkomen in het deksel van de luchtbevochtiger
Afb. 175 Luchtbevochtiger installatie
Wij behouden ons het recht voor zonder voorgaande kennisgeving wijzigingen aan het ontwerp aan te brengen
UATYA
4P645202-2