−
Installeer de afzonderlijke sensorleidingen aan de binnenkant van de bumperafdekking naar de montageboringen
-3- tot -6-. Trek de afdekkingen (vergelijk blz. 6, afb. 3, -4-) door de montageboringen naar buiten.
−
Bevestig de leidingset sensoren -7- met twee sokkel kabelbinders -2- aan de stootzijde van de bumperafdekking.
−
Bevestig de leidingset -7- met vier kabelbinders -1- aan de voorhanden leiding van de kentekenverlichting.
Blz. 6 - afb. 3
Tip
◆
De volgende stappen mogen pas uitgevoerd worden als de lak van de sensoren volledig gedroogd is.
◆
De afbeelding toont voor de overzichtelijkheid een gedemonteerde sensor.
◆
De stekker -3- is zo gemaakt dat hij enkel in een positie in de aansluitbus -1- aan de sensor -2- ingestoken kan
worden.
◆
Het tussenstuk -pijl- aan de sensoren -2- moet bij het vastklikken in de ingevijlde kerven in de bumperafdekking
grijpen (zie ook blz. 6, afb. 1, -pijl-). De correcte positie is van buiten, aan de hand van de markeringen in de
buitenste ring van de sensoren te herkenen, die moet naar boven wijzen.
−
Sluit de stekkers -3- op de aansluitbussen -1- van de sensoren -2- aan.
−
Schuif de afdekkingen -4- over de sensoren -2- en klik de sensoren in de gaten van de bumperafdekking.
Blz. 7 - afb. 1
−
Verwijder de leidingdoorvoer -1- van de leidingset sensoren -2-.
Blz. 7 - afb. 2
−
Trek de leidingdoorvoer -2- van het voertuig uit de carrosserieopening -pijl-.
−
Monteer de bumperafdeking in omgekeerde volgorde en trek hierbij de leidingset sensoren door de
carrosserieopening -pijl- in de binnenruimte.
−
Verbreed de opening van de leidingdoorvoer -2- met een driedoorntang en trek de leidingset sensoren door de
opening.
−
Sluit de carrosserieopening -pijl- met de leidingdoorvoer -2-.
−
Ontvet de montageplaats van het besturingstoestel -1- van de parkeerhulp met een geschikt reinigingsmiddel, b.v.
spiritus.
−
Monteer het besturingstoestel -1- volgens de afbeelding met het bijgeleverde dubbelzijdige plakband.
−
Borg het besturingstoestel -1- bovendien met een bijgeleverde lange kabelbinder.
Blz. 7 - afb. 3
Tip
De stekkers -1- zijn zo gemaakt dat ze enkel in een positie in de aansluitbussen aan het besturingstoestel -3-
ingestoken kunnen worden.
−
Steek de aansluitstekkers van de sensoren -1- volgens de nummering in de bijbehorende bussen „1" tot „4" in
het besturingstoestel -3- tot ze voelbaar vastklikken.
−
Steek de aansluitstekker -2- van de leidingset voeding in de bijbehorende bus aan het besturingstoestel -3- tot hij
voelbaar vastklikt.
−
Steek de aansluitstekker -4- van de zoemer in de bijbehorende bus „BUZ" aan het besturingstoestel -3- tot hij
voelbaar vastklikt.
Blz. 7 - afb. 4
−
Wikkel circa 50 mm van de leidingsomwikkeling van de eigen voertuigleidingstreng in het zijdeel achteraan rechts af.
−
Maak de zwart/blauwe leiding naar het rechter achterlicht van het voertuig los en isoleer de einden van de
leidingen.
−
Klem een leidingseinde van de zwart/blauwe leiding -1- in de bijgeleverde klemverbinder -4-.
−
Klem het vrije einde van de leiding van de zwart-blauwe leiding -2- samen met de rode enkele draad -3- van de
leidingset voeding in de klemverbinder -4-.
−
Krimp de klemverbinder -4- om vast te sealen met de heteluchtblazer uit de leidingstreng-reparatieset -VAS 1978-.
−
Vervang de leidingsomwikkeling.
Blz. 8 - afb. 1
−
Ontvet de montageplaats (in de kofferruimte rechts) van de zoemer -1- van de parkeerhulp met een geschikt
reinigingsmiddel, b.v. spiritus.
−
Monteer de zoemer -1- met het bijgeleverde plakband aan beide zijden in de kofferruimte.
−
Sluit de zwarte draad van de leidingset op het massapunt -pijl- van het voertuig aan.
−
Voer de setup van de parkeerhulp uit.
Setup van de parkeerhulp, blz. 39
38
All manuals and user guides at all-guides.com