7.2.3
Hermontage van de accu
op de accurugzak
Na volledig opladen:
1. verwijder de accu (Afb. 21.A) uit zijn huizing in de
acculader (vermijd de accu te lang in de oplader
te laten, na vervollediging van de lading);
2. ontkoppel de acculader (Afb. 21.B) van het
elektrisch netwerk;
3. plaats de accu (Afb. 3) in een van de huizingen
van de accurugzak en duw hem aan tot u
een "klik" hoort die aangeeft dat de accu op
zijn positie vast zit en het elektrisch contact
verzekerd is.
7.3
BIJVULLEN OLIERESERVOIR KETTING
LET OP
Gebruik alleen olie die specifiek bestemd is voor
kettingzagen of hechtolie voor kettingzagen. Gebruik
geen olie die onzuiverheden bevat, om de filter van
het reservoir niet te verstoppen en de oliepomp niet
onherroepelijk te beschadigen.
Het gebruik van een olie van goede kwaliteit is van
fundamenteel belang voor een efficiënte smering
van de snij-inrichtingen; een vuile olie of olie van
slechte kwaliteit zal de smering in het gedrang
brengen en de levensduur van de ketting en het blad
verkorten.
Zet de ketting nooit in werking zonder voldoende
olie, aangezien dit de Snoei-inrichting zou kunnen
beschadigen en de veiligheid in het gedrang zou
kunnen brengen.
Indien het oliepeil gedaald is, moet men als volgt
bijvullen:
1. De dop van de olietank losdraaien en
verwijderen(Afb. 22.A).
2. Olie in het reservoir gieten en het peil controleren
aan de hand van de daarvoor voorziene indicator
(Afb. 22.B).
3. Zich ervan verzekeren dat er geen vuil in het
oliereservoir komt tijdens het bijvullen.
4. De dop van de olie weer plaatsen en vastdraaien.
7.4
REINIGING
7.4.1
Reiniging van de machine en van de
motor
Na het werken, wordt de machine zorgvuldig
vrijgemaakt van stof en vuil.
• Houd de machine, en in het bijzonder de motor vrij
van resten bladeren, takken of teveel vet, om het
risico op brand tot een minimum te herleiden.
• Reinig de machine steeds na gebruik met een
schone en met een neutraal reinigingsmiddel
bevochtigd doek,
• Verwijder alle sporen van vochtigheid met een
zachte en droge doek. Vochtigheid kan leiden tot
risico op elektrocutie.
• Gebruik geen agressieve reinigingsmiddelen of
oplosmiddelen om de plastic delen of de handgre-
pen te reinigen.
• Gebruik geen waterstralen en vermijd de motor en
de elektrische onderdelen nat te maken.
• Om oververhitting en schade aan de motor of aan
de accu te vermijden, moet men zich er steeds van
verzekeren dat de zuigroosters van de koellucht
schoon en vrij van afval zijn.
7.4.2
Reiniging van de ketting
Verwijder, na ieder gebruik, alle sporen van zaagsel
of olieresten van de ketting.
Indien de ketting erg bevuild is of indien er veel hars
op aanwezig is, dient men de ketting te demonteren
en deze gedurende enkele uren in een houder te
leggen met een bijzonder reinigingsmiddel. Spoel
hem vervolgens af in schoon water en behandel hem
met een geschikte anticorrosie-spray, vooraleer hem
weer op de machine te monteren.
7.5
VERGRENDELELEMENT KETTING
Controleer de condities van het vergrendelelement
van de ketting voor ieder gebruik (Afb. 1.J) en
herstel de pin indien deze beschadigd is.
7.6
SMEERGATEN VAN DE MACHINE EN HET
BLAD
Verwijder, vòòr ieder dagelijks gebruik, de carter
(par. 4.2), demonteer het blad en controleer of de
smeergaten van de machine (Afb.
(Afb. 23.B) niet verstopt
7.7
MOEREN
BEVESTIGING
• Houd de schroeven en moeren goed vastgedraaid,
om er zeker van te zijn dat de machine altijd veilig
werkt
• Controleer regelmatig of de handgrepen stevig
bevestigd zijn.
NL - 15
23.A) en het blad
zijn.
EN
SCHROEVEN
en
VOOR