19 – batterijvak
20 – instelling sensorkanaalnummer 1/2/3
21 – toets RESET
Procedure bij de inbedrijfstelling
1. Plaats de twee eenheden naast elkaar.
2. Plaats eerst de batterijen in de thermometer en dan in de
draadloze sensor.
3. Let er bij het plaatsen van de batterijen op dat u de juiste
polariteit gebruikt om beschadiging van de thermometer of de
sensor te voorkomen. Gebruik alleen 1,5 V alkaline batterijen
van hetzelfde type, gebruik geen 1,2 V oplaadbare batterijen.
4. Wanneer de icoon
automatisch binnen 3 minuten naar een signaal van de sensor
zoeken. Als er geen sensorsignaal wordt gevonden, drukt u lang
op de toets
5. Het wordt aanbevolen de sensor te plaatsen aan de noordzijde
van het huis. In bebouwde gebieden kan het bereik van de sensor
enorm afnemen.
6. De sensor is bestand tegen druppelend water, maar stel hem
niet permanent bloot aan regen.
7. Plaats de sensor niet op metalen voorwerpen, aangezien het
zendbereik dan kleiner wordt.
8. Indien de icoon voor bijna lege batterijen
dan de batterijen in de sensor.
9. Vervang de batterijen in de thermometer als het display moeilijk
af te lezen is of de achtergrondverlichting zwak is.
Veranderen van kanaal en aansluiten van andere sensoren
1. Druk op de thermometer herhaaldelijk op de pijltjestoets omhoog
om het gewenste sensorkanaal – č. 1, 2 of 3 te selecteren.
Druk dan lang op de toets
2. Verwijder het batterijdeksel aan de achterkant van de sensor,
zet de schakelaar op het gewenste sensorkanaalnummer (1,
2, 3) en plaats de batterijen (2× 1,5 V AAA). Binnen 3 minuten
worden de sensorgegevens ingelezen.
begint te knipperen, zal de thermometer
op de thermometer om het zoeken te herhalen.
, de icoon
90
verschijnt, vervang
zal knipperen.