Beschrijving van de sensor (zie afb. 3)
1 – LED-diode
2 – gat om op te hangen aan de wand
Inbedrijfstelling
1. Sluit de voedingsbron aan op het station, plaats dan de batterijen eerst in het weerstation (3×
1,5 V AA) en daarna in de buitensensor (2× 1,5 V AA). Let er bij het plaatsen van de batterijen op
dat de polariteit juist is om beschadiging van het weerstation of de sensor te voorkomen. Gebruik
alleen 1,5 V alkaline batterijen van hetzelfde type, gebruik geen 1,2 V oplaadbare batterijen.
Lagere spanningen kunnen tot storingen in beide toestellen leiden.
2. Plaats de twee eenheden naast elkaar. Het weerstation zal het signaal van de sensor binnen
3 minuten lokaliseren. Als er geen signaal van de sensor wordt gevonden, drukt u lang op de
toets CH op het weerstation om het zoeken te herhalen.
3. Als de meting van de buitentemperatuur op de display verdwijnt, drukt u lang op de toets op het
weerstation. Het weerstation zal alle waarden resetten en opnieuw naar het sensorsignaal zoeken.
4. Het wordt aanbevolen de sensor te plaatsen aan de noordzijde van het huis. In bebouwde gebieden
kan het bereik van de sensor enorm afnemen.
5. De sensor is bestand tegen druppelend water, maar stel hem niet permanent bloot aan regen.
6. Plaats de sensor niet op metalen voorwerpen, aangezien het zendbereik dan kleiner wordt.
7. Vervang de batterijen
batterijen verschijnt.
Veranderen van kanaal en aansluiten van andere sensoren
1. Druk herhaaldelijk op de toets CH om het gewenste sensorkanaal – 1, 2 of 3 – te selecteren. Druk
dan lang op de toets CHs, de icoon
2. Verwijder het deksel van het batterijvakje aan de achterkant van de sensor en plaats de batterijen
(2× 1,5 V AA).
3. Stel het gewenste sensorkanaalnummer in (1, 2, 3) door de schakelaar in het batterijvak van de
sensor te verschuiven. Binnen 3 minuten worden de sensorgegevens ingelezen.
4. Als het sensorsignaal niet wordt gevonden, verwijdert u de batterijen en plaatst u ze opnieuw.
Instellen van de weergave van gegevens van meerdere sensoren, automatische
rotatie van de waarden van de aangesloten sensoren
Druk herhaaldelijk op de toets CH van het weerstation om achtereenvolgens de metingen van alle
aangesloten sensoren weer te geven. U kunt ook de automatische rotatie van gegevens van aan-
gesloten sensoren activeren:
1. Inschakeling van de rotatie
Druk verschillende malen op de toets CH totdat de icoon
De gegevens van alle aangesloten sensoren worden automatisch en herhaaldelijk weergegeven.
2. Uitschakeling van de rotatie
Druk herhaaldelijk op de toets CH totdat de icoon
Opmerking: De automatische rotatie kan alleen worden geactiveerd als 2 of 3 sensoren zijn gekoppeld.
Radiogestuurde klok (DCF77)
Het weerstation zoekt automatisch naar het signaal DCF77 (hierna DCF genoemd) gedurende 7 minuten
na registratie bij de draadloze sensor, de icoon
gegevens op de display bijgewerkt en zijn de toetsen niet functioneel (behalve SNOOZE/LIGHT). Zodra
het signaal is gevonden, stopt het pictogram met knipperen (blijft weergegeven
huidige tijd weergegeven. DTS wordt weergegeven wanneer de zomertijd wordt aangehouden. Als
er geen signaal wordt gevonden, wordt de DCF-icoon niet weergegeven. Het weerstation zal dan
automatisch om de 3 uur naar een DCF-signaal zoeken.
Om het DCF-signaal terug te vinden, houdt u de toets RCC lang ingedrukt. Om het zoeken te annu-
leren, drukt u nogmaals kort op de toets RCC. Het DCF-signaal wordt dagelijks gesynchroniseerd
tussen 1:00 en 5:00 uur.
3 – kanaalkeuzeschakelaar (CH 1, 2, 3)
4 – batterijdeksel
in de sensor of het weerstation indien de icoon voor zwakke
begint te knipperen.
verdwijnt.
knippert. Tijdens het zoeken worden geen andere
100
op de display verschijnt.
) en wordt de