Het apparaat meet de bloeddruk met behulp van een drukman-
chet. Als de ledematen die gemeten worden verwondingen
hebben (bijvoorbeeld open wonden) of onder omstandigheden
of behandelingen (bijvoorbeeld intraveneuze infusie) waardoor
het ongeschikt is voor contact met het oppervlak of druktoepas-
sing, gebruik het apparaat dan niet om verergering van de
verwondingen of omstandigheden te voorkomen.
Bewegingen van de patiënt tijdens de meting kunnen het meet-
proces verstoren en de resultaten beïnvloeden.
Vermijd het meten van patiënten met aandoeningen, ziekten en
patiënten die vatbaar zijn voor omgevingscondities die leiden
tot oncontroleerbare bewegingen (bijvoorbeeld trillen of beven)
en patiënten die niet duidelijk kunnen communiceren (bijvoor-
beeld kinderen en bewusteloze patiënten).
Het apparaat gebruikt een oscillometrische methode om de
bloeddruk te bepalen. De arm die wordt gemeten, moet een
normale perfusie hebben. Het apparaat is niet bedoeld voor
gebruik op een ledemaat met een beperkte of verstoorde bloed-
circulatie. Als u last heeft van doorbloedings- of bloedziekten,
raadpleeg dan uw arts voordat u het apparaat gebruikt.
Vermijd metingen op de arm aan de kant van een borstampu-
tatie of lymfeklierverwijdering.
Gebruik dit apparaat niet in een bewegend voertuig (bijvoor-
beeld in een auto of vliegtuig).
WAARSCHUWING
Geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan die, indien niet
vermeden, kan leiden tot de dood of ernstig letsel.
Dit apparaat mag alleen worden gebruikt voor het beoogde
gebruik dat in deze gebruiksaanwijzing wordt beschreven. De
fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade
veroorzaakt door een onjuiste toepassing.
Verander de medicatie en behandeling van de patiënt niet op
basis van het resultaat van een of meerdere metingen. Veran-
deringen in behandeling en medicatie mogen alleen worden
voorgeschreven door een medische professional.
Inspecteer het apparaat, de manchet en andere onderdelen op
schade. GEBRUIK het apparaat, de manchet of onderdelen
NIET als deze beschadigd lijken of abnormaal werken.
De bloedstroom van de arm wordt tijdens de meting tijdelijk
onderbroken. Langdurige onderbreking van de bloedstroom
vermindert de perifere circulatie en kan weefselbeschadiging
veroorzaken. Pas op voor tekenen (bijvoorbeeld weefselver-
84
kleuring) van een belemmerde perifere circulatie als u continu
of gedurende langere tijd metingen verricht.
Langdurige blootstelling aan manchetdruk zal perifere perfusie
verminderen en kan leiden tot letsel. Vermijd situaties van
verlengde manchetdruk die verder gaat dan normale metingen.
In het geval van een abnormaal lange drukuitoefening breekt u
de meting af of maakt u de manchet los om de druk in de
manchet te verminderen.
Gebruik dit apparaat niet in een zuurstofrijke omgeving of in de
buurt van ontvlambaar gas.
Het apparaat is niet waterbestendig of waterdicht. Mors niet op
het apparaat en dompel het niet onder in water of andere vloei-
stoffen.
Haal het apparaat, accessoires en onderdelen niet uit elkaar en
probeer het niet te repareren tijdens gebruik of opslag.
Toegang tot de interne hardware en software van het apparaat
is verboden. Ongeautoriseerde toegang tot en onderhoud van
het apparaat tijdens gebruik of opslag kan de veiligheid en pres-
taties van het apparaat in gevaar brengen.
Houd het apparaat uit de buurt van kinderen en personen die
het apparaat niet kunnen bedienen. Pas op voor de risico's van
het per ongeluk inslikken van kleine onderdelen en verwurging
met de kabels en slangen van dit apparaat en accessoires.
OPGELET
Geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan die, indien niet
vermeden, kan leiden tot licht of matig letsel bij de gebruiker of
patiënt, of schade aan het apparaat of ander materiaal.
Het apparaat is alleen bedoeld voor het meten van de bloed-
druk aan de bovenarm. Meet geen andere plaatsen, omdat de
meting uw bloeddruk dan niet nauwkeurig weergeeft.
Nadat een meting is voltooid, maakt u de manchet los en rust u
> 5 minuten om de ledemaatperfusie te herstellen, voordat u
een nieuwe meting uitvoert.
Gebruik dit apparaat niet tegelijkertijd met andere medische
elektrische (ME) apparatuur. Dit kan storingen in het apparaat
of onnauwkeurigheden in de metingen veroorzaken.
Gebruik dit apparaat niet in de buurt van hoogfrequente (HF)
chirurgische apparatuur, magnetische resonantie beeldvor-
ming (MRI) apparatuur en computertomografie (CT) scanners.
Dit kan storingen in het apparaat en onnauwkeurigheden in de
metingen veroorzaken.